Trump boven de wet?

Een historische uitspraak van de conservatieve meerderheid van het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft Donald Trump meer gegeven dan hij had gevraagd. Deze week verwierp het hof een uitspraak van een lager gerechtshof over de ‘immuniteit’ van een president voor handelingen binnen zijn constitutionele takenpakket. Met een meerderheid van 6 tegen 3 rechters werd de president brede immuniteit toegekend voor strafbare feiten tijdens officiële taken. Dit is een klap voor de federale rechtstaat, gebaseerd op principes van aansprakelijkheid en gelimiteerde autoriteit.

Presidentiële Immuniteit

Immuniteit is essentieel voor het functioneren van overheidsposten. Als een president aansprakelijk is voor elke wetsovertreding tijdens het uitvoeren van zijn taken, zou dit beslissingen vertragen en blokkeren. Obama kon bijvoorbeeld niet vervolgd worden voor het uitschakelen van Osama Bin Laden via ‘Seal Team Six’, een moeilijke maar noodzakelijke beslissing. Immuniteit geldt echter niet voor persoonlijke daden van de president, en hier ontstaat het probleem dat de conservatieven van het Hooggerechtshof hebben gecreëerd.

Het hof oordeelde dat niet alleen handelingen binnen de constitutionele sfeer immuniteit genieten, maar ook handelingen in de buitengrenzen van die sfeer, mits ze via officiële kanalen gebeuren. Dit betekent dat zolang de president crimineel handelt via officiële paden, hij immuniteit geniet. De test of immuniteit geldt is ook niet meer of het vervolgen van de misdaad een groter publiek belang dient dan de president zijn werk laten doen. De vraag is nu of het vervolgen van het straffeit aantoonbaar de president niet in de weg zal zitten van de uitvoering van zijn taken. Ook kan het motief van de president niet meegenomen worden in de overweging of een daad officieel is of niet. Dit gaat verder dan waar Trump’s advocaten om vroegen, namelijk dat de president eerst succesvol uit zijn positie gezet moet worden via ‘impeachment’ voordat een strafrechtelijk proces kan volgen.

Implicaties van de Rechtsregel

Wat betekent dit voor Trump en het presidentiële ambt in het algemeen? Het schrikbeeld van een president die de middelen van de uitvoerende macht gebruikt om politieke opponenten uit de weg te ruimen, is niet vergezocht. Stel je voor dat Biden tegen CIA-hoofd Joseph Burns zou zeggen Trump te laten omleggen. Dit zou presumptieve immuniteit genieten omdat het een officiële daad van de president is. Zelfs als het bevel tot moord geen immuniteit geniet, kan geen handeling binnen het presidentiële ambt als bewijs voor het onderliggende strafbare feit worden gebruikt. Of het echt zo extreem kan uitlopen, is nog maar de vraag, maar de huidige ‘aanname van immuniteit’ laat ruimte voor dergelijke scenario’s.

Watergate Gedachte-Experiment

Presidentiële immuniteit komt niet rechtstreeks uit de grondwet, maar uit de zaak ‘Nixon v. Fitzgerald’, waarin de president civielrechtelijke immuniteit geniet voor ambtshandelingen. Kijken naar eerdere en lopende rechtszaken zien we de voordelen van de nieuwe uitspraak voor Trump. Zolang een president maar officieel handelt, kan er een beroep gedaan worden op immuniteit. Zoals de uitspraak nu staat, zou je kunnen beargumenteren dat Nixon niets verkeerd had gedaan in het Watergate-schandaal als hij maar aan zijn ambt gelieerde mensen had ingezet.

Trump’s Lopende Rechtszaken

Wat Trump’s huidige rechtszaken betreft, is het twijfelachtig of er nog iets van komt mocht de uitspraak van het Hooggerechtshof overeind blijven staan. Bepaalde handelingen van Trump rondom de Capitoolbestorming kunnen niet meer vervolgd worden vanwege de brede immuniteit. Verklaringen bij het januari 6 comité van het Huis van Afgevaardigden tonen aan dat Trump druk uitoefende op het Departement van Justitie om de 2020 verkiezingen niet te erkennen. Deze gesprekken kunnen nu niet meer tegen Trump worden gebruikt.

Met een breed gehanteerde vorm van immuniteit is het onzeker of de ‘fake elector scheme’ van Trump nog vervolgd kan worden. Bij deze list probeerde Trump een valse groep kiesmannen een lijst met neptoezeggingen te laten certificeren. Ook dit alles zou immuniteit genieten, waardoor de zaak tegen Trump inzake de Capitoolbestorming uiteenvalt.

Ook zaken waar al uitspraken over gedaan zijn, zoals de New York-zaak tegen Trump, zijn potentieel niet veilig en kunnen op den duur worden teruggedraaid. Hoe de scheiding tussen persoonlijk en presidentieel ingevuld gaat worden in toekomstige toepassingen van de jurisprudentie, is nog de vraag, maar vooralsnog heeft deze uitspraak een grote klap gegeven aan de integriteit van het presidentiële ambt.

De Verenigde Staten zijn gebouwd op het idee dat wetten het land regeren, niet personen. Trump heeft tijdens zijn presidentschap geprobeerd dit te veranderen door rechters te nomineren die in hun interpretatie van de grondwet weinig aansprakelijkheid aan de president toekennen. Het is geen verrassing dat Trump op zijn eigen medianetwerk ‘Truth Social’ deze uitspraak een grote overwinning noemde. Hij is een stap dichterbij om vrijgepleit te worden van zijn verschillende rechtszaken en om, mocht hij de verkiezingen winnen, een presidentschap te claimen dat unitair is in plaats van gescheiden en waar hij niet gecontroleerd kan worden door de wetgevende en rechtsprekende macht.

Jesse Jacobs

De ramp van de wolf

Sinds 2015 is de wolf terug in Nederland, vanaf dat moment is er een constante discussie opgekomen over zijn status in ons land. Sinds de laatste wolf in Nederland, volgens de overleving in 1845 of 1868 is afgeschoten in het Limburgse Schinveld, heeft Nederland niet meer te maken gehad met een wilde wolf. Ondanks deze bewering van Google dat de laatste wolf gedood is in 1845, zijn er afgelopen jaar twee wolven op Nederlands grondgebied afgeschoten. Eén heeft de media gehaald door het aanvallen van boerderijdieren en een Drentse schapenhouder, die hem probeerde te verjagen, en de andere is uit zijn lijden verlost na een aanrijding op een snelweg.

Inmiddels is “Wolf in Nederland” niet alleen onder natuurorganisaties en -verenigingen een vorm van discussie, maar wordt de discussie ook op landelijk en wetenschappelijk niveau gevoerd. Op Europees niveau wordt de strijd al aangevoerd, maar na het overlijden van een pony van de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, leek ze daarmee een bloedvete te hebben geopend op dit voormalig “strikt beschermde” dier binnen Europa. De wolf zorgt voor veel controversie.

De één vindt de wolf een schattig dier en leuk om het in de natuur te bekijken en de ander vindt het een nachtmerrie om te horen dat hij is gesignaleerd. Voorstanders van de wolf wijzen dat de wolf niets kwaad doet en dat het de schuld is van de mens wanneer hij schade veroorzaakt. Volgens deze groep zijn de tegenstanders van de wolf bevooroordeeld door kindersprookjes. De tegenstanders van de wolf wijzen eveneens op de sprookjes terug en beredeneren dat ze wel dergelijk ergens op gebaseerd zijn. Zij wijzen naar eerdere verslagen en getuigenissen in het verleden waarin mensen en vee door wolven zijn aangevallen. De oudste bronnen, waarin wordt beschreven dat wolven mensen aanvallen, dateren uit de Griekse en Romeinse tijd. Naast de klassieke bronnen zijn er ook zeer veel diverse bronnen waarin (kleine) kinderen het slachtoffer werden en dat hondsdolle wolven het op mensen hadden voorzien. De voorstanders van de wolf wuiven al die bronnen als onzin of onder een andere nom weg of negeren dit gegeven bewust. Zij gaan cirkel redeneren dat het de schuld is van de mens of dat het “overdreven” is. Het wegwuiven als “onzin” is duidelijk te zien in het nieuws nadat de boer in Drenthe is aangevallen. Dierenrechtenorganisaties zouden aangiften hebben gedaan tegen het gebeten slachtoffer.

Nu Partij voor de Dieren de wolf aan het ophemelen is, heeft de wolf in Nederland al tonnen aan schade veroorzaakt en ruim 2000 schapen gedood. Er wordt beweerd dat de schade door de wolf geïncasseerd kan worden door middel van toerisme, maar toeristenorganisaties durven dit optie niet aan te pakken door de reacties van experts, waarbij de wolf minder mensenschuw kan worden en een prominent risico kan vormen. De voorzitter van het Nationaalpark De Hoge Veluwe (Seger Baron van Voorst tot Voorst), de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en Boerenorganisaties als LTO hebben meervoudig aangegeven dat de wolf niet meer thuishoort op het Nederlandse terrein. Een wolf kan ook desastreuze gevolgen hebben voor de natuur. Doordat één wolf een predatiegebied van minimaal 100 á 200 km2 nodig heeft. Bij een te kort in oppervlakte zou er geen gezonde balans zijn in de natuur en biodiversiteit, waardoor het natuur(toerisme) in het nauw kan komen.[1] De bezoeker zal dan als landdier een verhongerende wolf zien. Met als gevolg dat de wolf alleen maar meer overlast bezorgd.  

Het lastige van “natuur- en dierenorganisaties” is dat ze vaak namen of termen van de tegenpartij overnemen waardoor ze (doelbewust) mensen op het verkeerde been zetten. Zo heeft een anti-jacht organisatie, die zichzelf “De Faunabescherming” noemt of voorheen “Kritisch Faunabeheer”, bewust de woorden faunabeheer en -bescherming uit het jagersvocabulaire overgenomen. Vaak zijn mensen ook niet bewust dat een jager een dubbele rol speelt in het natuurbeleid. Dat zij oprichters zijn van organisaties als het Wereld Natuurfonds, het Stichting Behoud Natuur en Leefmilieu (SBNL), de Vereniging Natuurmonumenten en de padvinderij. Ook hebben jagers een imago hangen die, mede door films en boeken, niet klopt. Zo stellen de meeste jagers zich op als actieve natuurbeheerders die de juiste ogen en oren zijn in het natuur- en landbouwgebied om deze te beschermen en te behartigen. En ze zijn ook sterk verbonden met andere organisaties, particulieren en ordehandhaving. Veel jagers, die uren als toezichthouder actief zijn in het veld, zijn verbonden aan natuurorganisaties en werken dan samen met jachtopzichters om te voorkomen dat er in het veld gestroopt wordt. Alleen wordt hun positie binnen het beheer vaak door tegenstanders lastig gemaakt. De jager wordt als een moordzuchtig schietgraag persoon door hun opponenten weggeschoven, terwijl iemand die “Bambi” wil knuffelen meer schade doet. Met als gevolg dat deze acties leiden dat een jong afgestoten wordt, en door verhongering zal overlijden.[2] Een bijkomstigheid is, dat de auteur van Bambi, Siegmund Salzmann die onder zijn schrijversnaam “Felix Salten” bekend stond, zelf een fanatieke jager was en het boek als een verhaal onder het kopje “jachtliteratuur” uitgaf om het geromantiseerde beeld van de natuur te desoriënteren. De Disneystudio heeft, tot de auteur zijn spijt, Bambi een andere allure gegeven.

Biologen geven aan dat we als mens niet het meeste te vrezen heeft voor “de wolf”, maar voor de “half wolf.” Er zijn mensen die het leuk vinden om hun loopse teef, zoals een tam varken met een wilde keiler, te laten dekken door een wolf of verwilderde reuen dekken de roedel leidende wolvinnen. Gezien het feit dat de wolf en de hond tot dezelfde soort behoren kunnen ze vruchtbare nakomelingen krijgen. Deze “bastaarden” of “hybriden wolfshonden” zijn in de meeste gevallen door hun agressieve eigenschappen niet geschikt als huisdier. Hoewel de huidige gedominiceerde hond afstamt van de wolf of wolfachtige genen bezit, kunnen we vandaag niet veroorloven om het hele evolutieproces van de hond geheel opnieuw te doorlopen. Naast dat deze gevaarlijke nakomelingen een gevaar vormen voor onze landbouw, natuur en samenleving, is het ook verspilde energie om als particulier onnodige risico’s te nemen waarbij de hondenbranche alleen maar schade oploopt. Mede door de gevaarlijke gevolgen en effecten heeft Finland het fokken van wolfshonden verboden.

In gebieden waar de wolf terug is of in de gebieden waar populaties is toegenomen, is het bewust beheren van de populatie, door middel van jacht, heringevoerd. In Zweden hadden ze vorig jaar 75 wolven als maximale quotum en mogen de wolven buiten de nationale parken in de Verenigde Staten afgeschoten worden. Verder in Europa is de roep van mensen steeds harder te horen om hetzelfde beleid in Zweden of in het Verenigde Staten in te voeren. Maar als het aan organisaties ligt die nauw verbonden zijn met Partij voor de Dieren, is het afwachten wanneer dat zal worden ingevoerd. Ik vrees dat er dan pas massaal actie wordt genomen als de grote boze (half) wolf een kind uit de kinderwagen heeft gegrist… Als dat gaat gebeuren, wat te verwachten is, is het verhaal over “De wolf in Nederland” nog lang niet uit.

Kasper Paulsen


[1]“Ecologie” bij12.nl (bezocht op 1 mei 2024) https://www.bij12.nl/onderwerp/wolf/ecologie/#:~:text=Wolven%20hebben%20een%20groot%20leefgebied,beschikbare%20dagrustplaatsen%20en%20onderlinge%20concurrentie.

[2] Van kalf tot ree, Vereniging Het Ree, (bezocht op 1 mei 2024), https://hetree.nl/van-kalf-tot-ree/

Informateur als premier? Wat een stom idee!

Na de tweede politieke aardverschuiving in ons land is de PVV, met 37 zetels, na de verkiezingen met de winst vandoor gegaan. GroenLinks-PvdA loopt met 24 zetels achter en wordt gevolgd met 20 zetels door de nieuwe partij van Pieter Omtzigt, Nieuw Sociaal Contract. De partijen PVV, VVD, NSC en BBB hebben gezamenlijk 88 zetels van de 150 zetels van de Tweede Kamer. Er is door deze vier partijen gekozen voor het formeren van een meerderheidskabinet, hoewel niet iedereen daar voorstander van is. In november begon de formatie, met deelname van de PVV, VVD, NSC en BBB. Na een verkiezingsnederlaag voelt de VVD zich enigszins ongemakkelijk en heeft de deur naar de PVV op een kier gezet. Vooral op financieel gebied, kunnen tussen de partijen problemen ontstaan… Over ongemak gesproken, de NSC lijkt ook voortdurend in een “onzekere partijcrisis” te verkeren. Omtzigt heeft de afgelopen vijf maanden een kater, wetende dat hij waarschijnlijk met de PVV in een kabinet terecht zal komen, iets waar hij eigenlijk niet op zat te wachten. De partij van Caroline van der Plas vindt alles best en de PVV heeft de hoop op een kabinet. De formatie wordt gekenmerkt door problemen, diverse peilingen en geruchten, waarbij het ook de vraag is wie de begeerde positie van minister-president Mark Rutte mag overnemen.

De formatie, vanaf november, was onder leiding van de PVV-senator, Gon van Strien. Door een fraudezaak bij de Universiteit van Utrecht, die ook Van Striens vorige werkgever was, heeft Van Strien enkel een paar dagen zijn functie in de eerste formatieronde vervuld. Na een overleg met Geert Wilders heeft Van Strien zijn positie als informateur neergelegd. Ronald Plasterk, voormalig PvdA-minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, heeft de functie van informateur overgenomen. Ambitieus om iemand van buiten de formerende partijen te kiezen, lijkt de tweede formateur niet doorslaggevend te zijn geweest. Nadat Plasterk opnieuw alle partijfracties had uitgenodigd, ging hij weer verder om de gedroomde coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB te vormen.

De bekoelde onderlinge verhoudingen, onenigheden over de visies van de rechtsstaat en opvattingen over de rijksbegroting maken de formatie niet eenvoudiger. Plasterk heeft als formateur toch voor gezorgd dat deze vier partijen een reële mogelijkheid hebben om een kabinet te vormen. De stap in de goede richting is dan ook gemaakt door het sluiten van een akkoord over de rechtsstaat en grondrechten. Alleen leek het akkoord en formatie niet een lang leven te zijn geschoord, doordat Pieter Omtzigt, de informatie over de overheidsfinanciën, ondanks herhaalde verzoeken, niet op tijd heeft ontvangen. Nadat het verzoek van Omtzigt was ingewilligd en bleek dat de verwachte financiële tegenvallers van de overheid te hoog uit konden vallen, is hij abrupt vertrokken met Plasterks dienstauto naar een hotel vertrokken, waar hij zijn bewaren openlijk aan de media mededeelde. Omtzigt heeft aangegeven dat hij de voorkeur geeft aan een minderheidskabinet of een extraparlementair kabinet. Nadat het eindverslag aan de Kamer was gepresenteerd, wat voldoende stof opleverde voor een roerig debat, heeft Wilders de voorzitter van de Sociaaleconomische Raad, Kim Putters (PvdA) aangewezen als nieuwe informateur die met steun van de Tweede Kamer het stokje van Plasterk heeft overgenomen.

Putters heeft verkennende gesprekken gevoerd met alle fractievoorzitters en met verschillende deskundigen over de mogelijkheden voor politieke samenwerking. In zijn eindverslag beschrijft hij een voorstel voor een “programkabinet” waarbij op hoofdlijnenakkoorden tussen de formerende partijen worden gevormd. Putters en de voorzitters van de fracties van PVV, VVD, NSC en BBB willen bewindspersonen van zowel binnen als buiten de politiek in het kabinet, terwijl de fractieleiders, als vertegenwoordiger in de Tweede Kamer blijven. Wilders heeft, met pijn in zijn hart, het premierschap moeten afstaan om de andere partijen tegemoet te komen.

Nadat er een welles-nietes-debat in de Tweede Kamer was geweest over de vorm van het kabinet heeft Wilders, oud-SGP kamerlid, Elbert Dijkgraaf, en topambtenaar Richard van Zwol (CDA) voorgedragen als nieuwe formateurs. Vanuit de Tweede Kamer hebben de formateurs de taak om in acht weken de tijd om op de hoofdlijnenakkoorden tussen de vier formerende partijen te maken. Dit wordt als een onmogelijke taak beschouwd, gezien het gebrek aan vertrouwen en de inhoudelijke verschillen. Om de partijen dichter bij elkaar te brengen zijn de onderhandelingen begonnen met de eenvoudige onderwerpen, zoals infrastructuur. Er zullen niet alleen hoofdlijnen zijn, maar ook complexe onderwerpen zoals de overheidsfinanciën, stikstof en waarschijnlijk migratie, die uitvoeriger zullen worden besproken. Er is een grote kans dat er straks een regeerakkoord ligt, net als bij eerdere kabinetten van Rutte. Wanneer dit niet wordt gedaan, zullen de onderlinge verschillen ook naar buiten worden gebracht. Er is nog geen idee hoe dit zal gaan uitpakken, gezien de radiostilte aan de media. We kunnen alleen maar afwachten.

Wat ook een brandende vraag blijft, is; wie onze nieuw minister-president zal worden. Wat me tot aan irritatie toe opvalt is dat tijdens de twee afgeronde informateurs, Plasterk en Putters, in peilingen als mogelijke opvolger van Mark Rutte worden beschouwd. Tijdens de formatie van Plasterk had 47% van de RTL Nieuws Opiniepanel aangegeven dat zij hem als premier zouden zien. Op het moment dat Kim Putters formateur was, had 50 procent van de panel vertrouwen in Putters. Klaas Dijkhoff (VVD), die zich uit de politiek heeft teruggetrokken, scoort 3 procent hoger in de panelpeiling.

In mijn ogen is het voorstel om een informateur na de formatie tot premier van Nederland te benoemen niet alleen absurd, maar in strijd met de grondbeginselen van het Nederlandse staatsbestel en botst het ook met de fundamentele principes van constitutioneel recht. De Nederlandse constitutionele orde, die is vastgelegd in de Grondwet, is gebaseerd op het beginsel van parlementaire soevereiniteit en een scheiding van de machten tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtelijke takken van de overheid van het Trias Politica. De procedure van het kiezen van de premier zou een dergelijke wijziging kunnen zijn, waarbij aanzienlijke juridische en institutionele moeilijkheden met zich meebrengen.

Het is van belang de rol van een informateur binnen het Nederlandse staatsbestel te bekijken. Artikel 11 Reglement van Orde Tweede Kamer, onder lid 1, bepaalt dat, na de verkiezingen, een informateur wordt benoemd door de Tweede Kamer. In de eerste plaats heeft de informateur tot taak om de mogelijkheden voor regeringsvorming te onderzoeken en onderhandelingen tussen politieke partijen te initiëren, met als doel een kabinet samen te stellen met het liefst een meerderheid van de zetels in de Tweede Kamer. De informateur heeft geen uitvoerende bevoegdheden; hij is slechts adviseur van het vormingsproces van een nieuwe regering.

Het idee van het benoemen van een informateur na de formatie tot premier, is een samenvoeging van twee functies in die wezenlijk verschillend zijn. Een formateur is primair een adviserende en faciliterende rol, terwijl het premierschap gepaard gaat met een concentratie van uitvoerende bevoegdheden. Dit zou niet alleen de macht van de formateur vergroten, maar ook de machtsbalans tussen de verschillende takken van de overheid scheeftrekken. Het zou de traditionele scheiding der machten verstoren en een geconcentreerde uitvoerende macht in het leven roepen, wat niet goed is voor een goed functionerende democratie. Bovendien zou een dergelijke wijziging ingrijpende wijzigingen in de Nederlandse grondwet en andere wetgevende instrumenten die het staatsbestel reguleren vereisen. Het veranderen van grondwettelijke regels over de taken en bevoegdheden van de premier, de formateur en andere constitutionele rollen zou een heel moeilijk proces en een tijdrovend proces zijn. Bovendien is het mijn overtuiging dat een dergelijk idee nooit van de grond moet komen, een kortzichtig idee moet daarbij blijven en zo snel mogelijk worden vergeten.

Het is zeker van belang de context van de vorige twee informateurs mee te nemen in de discussie. Beide formateurs waren geen lid van de formerende partijen, wat bijdraagt aan het waarborgen van neutraliteit en objectiviteit tijdens het formatieproces. Een dergelijke onafhankelijkheid is van cruciaal belang om het vertrouwen van alle betrokken partijen te behouden en een eerlijke en rechtvaardige coalitievorming te verzekeren. Als het Plasterk of Putters in een helse wereld lukt om premier te worden, kunnen de belangen van hun verbonden partijen en hun neutrale positie niet worden gewaarborgd met de formerende partijen, en zal het toepasselijk zijn dat ze hun verbonden partij de rug toekeren en zich neutraal of onafhankelijk opstellen met steun van de kabinet- en coalitiepartijen.

Na de verkiezingen heeft de Partij voor de Vrijheid de meeste zetels behaald, gevolgd door combinatie Groenlinks-PvdA, VVD en de nieuwe partij van Pieter Omtzigt. De formatie verloopt zacht gezegd moeizaam, we zijn inmiddels drie formateurs verder en hebben er nu twee die samen een hoofdlijnenakkoord moeten maken in een ‘progamkabinet’ tussen PVV, VVD, NSC en de BBB. Moeilijke onderwerpen als de overheidsfinanciën, stikstof en migratie zullen het vormen van een kabinet niet makkelijk maken. Het idee dat de formateur premier kan worden, is populair en in peilingen blijkt dat veel mensen die zien zitten. Het is naar mijn mening in strijd met de principes van de parlementaire soevereiniteit en de scheiding van de machten om een formateur uiteindelijk tot premier te benoemen. Het idee zal de neutraliteit verscheuren en het formatieproces niet goed uitvoerbaar maken.

Stephan van der Linden

JOVD Groningen 2024

Een grens moet getrokken worden.


Op 11 maart 2024 kwam het gerechtshof in Den Haag tot het besluit van
vrijspraak voor het beschadigen van het “Meisje met de parel”. Volgens het hof
zou het opleggen van een straf aan de drie activisten, die naar mijn ogen
vandalen zijn, in het geding komen met de vrijheid van meningsuiting en de
vrijheid van vreedzame vergadering.

Hoe deze actie als “vreedzaam” kan worden beschouwd, is mij een raadsel. Dat
twee activisten één van de 35 overgebleven artistieke producten van Johannes
Vermeer bekladden en zich hieraan vastlijmen is naar mijn inzien een pure vorm
van vandalisme. We mogen van geluk spreken dat het glasplaatje heel is
gebleven. Maar de schilderijlijst, die gelukkig niet is doorgelekt, heeft deze
aanslag op het pronkjuweel in het Mauritshuis niet overleefd. De uitspraak van
de rechtbank wijst erop dat we deze schandalige acties als “goedgekeurd” mogen
beschouwen.

Met het goedkeuren van dit soort gedrag zou ik bij wijze van spreken het
recht krijgen het bezit van andere te beschadigen. Omdat ik een manifest zou
mogen beginnen of het recht heb om met een vernieling te uiten dat ik het niet
met iets of iemand eens ben. We maken al veel heisa als iemand met een
brandende fakkel voor je huis staat of als er een dreigbrief wordt gestuurd.
Maar bij het moedwillig beschadigen van iemand anders zijn bezit, wordt het
goedgekeurd. Daar heb ik geen woorden voor. Zeker niet als een schoolkind bij
het per ongeluk kapottrappen van een ruit met voetballen al veroordeeld kan
worden voor vandalisme en daarmee wel een strafblad krijgt.

De actie van de rechtbank kan als een bewijs worden gezien dat we in
Nederland een “soft” rechts- en handshaafsysteem hanteren. Terwijl de
deelnemers van Extinction Rebellion bij de eerste demonstraties in een badpak
onder de brandspuit van de politie stonden te dansen, gingen ze nog geen paar
weken later, aangiftes doen tegen de waterspuit en een rechtszaak aanspannen,
omdat het water te koud was in het veranderend weerbeeld. Bovendien moeten we
het vandaag zeer normaal vinden dat de politie hinderende demonstranten op de
snelweg op een karretje moeten hijsen, om ze in een bus te stoppen en een paar
kilometer verder weer los te laten. Ieder persoon heeft het recht om te
demonstreren, maar dient daarbij niet anderen te verhinderen of een gevaar te
vormen. We moeten als samenleving een grens trekken over zulke acties en
daarbij kan het verhinderen van hulpdiensten, het in gevaar brengen van
anderen, inclusief zichzelf, en het vernielen van andermans bezit niet
getolereerd worden.

Aanvallen op kunstwerken is niet nieuw. Vaak wordt er bij een vandaal een
psychiatrische stoornis geconstateerd. Toch nemen we steeds vaker onder nom van
een statement meer afstand daarvan. Naar mijn mening is het aanvallen van
klassieke werken een aanval op de cultuur en (inter)nationaal erfgoed en dient
de dader of daders met harde hand aangepakt en gestraft te worden. Hoewel in
Nederland in het Wetboek van Strafrecht geen apart regime bevat voor het
moedwillig beschadigen van kunstobjecten, dienen de daders wel veroordeeld te
worden voor het beschadigen en vernielen van iemands anders bezit. De
veroordeling kan zowel een gevangenisstraf, werkstraf, geldboete of psychische
opname zijn, maar vrijspraak bij zulke doelbewuste acties lijkt mij geen goed
voorbeeld.

Kasper Paulsen

Redacteur De Jonge Liberaal 2024

De T-14 Armata Tank: Een voorbeeld van Russische onkunde

Tijdens de militaire meiparade in Moskou ter ere van het zeventigjarig jubileum van de overwinning op nazi-Duitsland, werd de Russische T-14 Armata tank in 2015 onthuld, met de aankondiging dat tegen 2020 maar liefst 2300 T-14 tanks geproduceerd zouden worden. Dit idee heeft tot 2018 geen stand kunnen houden. Daarna was het streven om in het begin van het jaar 2020 een nieuw prototype te leveren, ook dit was niet succesvol. In augustus 2020 werd aangekondigd dat de problemen met de productie waren opgelost en twee jaar later werden de eerste twintig tanks aan het Russische leger afgeleverd. Dit waren de eerste van de 140 tanks die besteld werden. Rusland heeft het voertuig ondergedompeld in fouten en een ander (verbloemd) verhaal verteld, in plaats de realiteit van financiële uitputting, technische teleurstellingen en strategische misrekeningen te confronteren.

Bewapening

De T-14 is uitgerust een 125 mm-kanon, wat wordt beschouwd als een zeer krachtig en nauwkeurig wapen. Het kanon wordt verder ondersteund door het moderne vuurleidingssysteem en een automatische lader. De automatische lader zorgt ervoor dat het wapen snel geladen is, waardoor het wapen na het lossen van een schot snel weer klaar is om te functioneren. Dit alles klinkt indrukwekkend op papier, maar het kanon heeft in de praktijk niet aan de verwachtingen voldaan. Er zijn problemen met de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid gemeld. Gezien het cruciale gevechtswapen niet deugt, kunnen we ook vraagtekens zetten over de rest van de tank.

Vormgeving De T-14 wordt geprezen vanwege zijn vernieuwde design, dat een onbemande geschutskoepel en een modulair ontwerp omvat. De tank is ongeveer 10 meter lang, 4 meter breed en 2.5 meter hoog. Het is de bedoeling dat de T-14 80 kilometer per uur kan afleggen op de weg. Vergeleken met zijn Westerse collega’s, haalt de Amerikaanse M1 Abrams 64 kilometer per uur, de Duitse Leopard 2 haalt een snelheid van 72 kilometer per uur en de Engelse Challenger 2 heeft een slakkengangetje van 57 kilometer per uur. De tank is modulair ontworpen, waardoor het makkelijker is upgrades en aanpassingen aan te brengen, waardoor de operationele flexibiliteit wordt vergroot. Alleen zijn er echter problemen ontstaan met de complexiteit van de ontwerpelementen voor de T-14, waardoor de productie- en integratieproblemen zijn ontstaan. Dat heeft mede geleid tot vertragingen en kwaliteitsproblemen in de productie.

De T-14 in Oekraïne Er zijn berichten dat de T-14 Armata tank is gebruikt in Oekraïne, met beelden van gevechtstraining en rapporten die suggereren dat de tank is ingezet voor indirecte aanvallen op Oekraïense posities. Ondanks dat zijn er geen officiële bevestigingen van directe betrokkenheid bij gevechtshandelingen. Verder zijn er meldingen van extra beschermingsmaatregelen en trainingen voor de bemanning. De laatste berichten van 19 juli en 4 september 2023 geven aan dat de T-14 tijdelijk werd ingezet voor evaluatie in directe gevechten, maar later werd teruggetrokken. Hierna is de tank niet in Oekraïne gespot.


Financiële en Economische Impact

De hoge kosten die verbonden zijn aan de ontwikkeling van de T-14 Armata, zullen een groot gat in het Russische defensiebegroting slaan. Bloomberg News heeft gemeld dat deze uitgaven een aanzienlijke financiële last van miljarden symboliseren. Aangezien de Russische overheid geen financiële inzichten openlijk bekendmaakt, is het moeilijk in te schatten wat het totaalbedrag zal zijn. De hoge prijs voor Rusland is dubbel zo lastig vanwege de economische sancties van het Westen. Aangezien Rusland de verwachtingen in Oekraïne niet heeft kunnen verwezenlijken, is het overgegaan tot een oorlogseconomie en zet het overal vaart achter om oorlogsmateriaal en machines te fabriceren. Er is weinig kans dat er bij de T-14 een nieuw leven wordt ingeblazen. Een aantal onderdelen voor de tank komen uit het Westen en de Russische productielijnen liggen vol met drones, munitie en voertuigen van de vorige generatie wapens, die ze af hadden willen danken, zodat hun eigen leger toch nog van wapens voorzien kon worden.

Technische Tekortkomingen

Ondanks de verwachtingen hoog waren, heeft de operationele inzetbaarheid van de T-14 Armata onder technische problemen geleden. In de rapporten en analyses die The War Zone heeft uitgevoerd, worden de uitdagingen op het gebied van onderhoud, betrouwbaarheid en de integratie van dergelijke geavanceerde technologieën uiteengezet. Het meest ironische is dat de T-14 afhankelijk is van Westerse technologie, zoals infraroodcamera’s. De zelfvoorziening van defensietechnologie is niet alleen een verlies voor de Russische trots op het gebied van zelfvoorziening, maar het brengt ook de operationele veiligheid van de tank in gevaar.

Geopolitieke en Strategische Gevolgen

Ruslands ambitie om de tank te exporteren en daarmee zijn invloed en toonbaarheid op het wereldtoneel te vergroten, wordt ernstig belemmerd door de technische en financiële problemen waar het project zich in bevindt. Het is aannemelijk dat potentiële buitenlandse klanten en investeerders terughoudend zijn om te investeren in een systeem dat nog steeds als onbewezen en gevaarlijk wordt beschouwd, wat de Russische wapenexport schaadt. Ondertussen is Europa actief bezig met het ontwikkelen van een gezamenlijke defensie-industrie.

Conclusie

Het streven van de T-14 Armata is ambitieus in haar beoogde verwachtingen, maar ze vertegenwoordigt foutrekeningen in de kosten en technische onhaalbaarheden. In plaats van een toonbeeld van Russische militaire innovatie, is de tank een les geworden in de gevaren van overinvestering in onbewezen technologieën, vooral in een tijd waarin economische middelen beter besteed kunnen worden. Dit project is een weerspiegeling van de overmoedige aanpak van defensieplanning door Rusland en ondersteunt alleen maar het feit dat deze tank een totaal fiasco is. De druk op Rusland voor een succesvolle moderne tank zal alleen maar blijven groeien, vooral nu Europese landen werken naar een gezamenlijke defensie-industrie. Zoals Sun Tzu terecht zei: “elke strijd wordt gewonnen voordat deze wordt uitgevochten.”

Stephan van der Linden

De Jonge Liberaal 2024

Bronnen:

1. Bloomberg: “Russia’s $500 Million Tanks Stall, Western Buyers Stay Away”.

https://www.bloomberg.com/news/features/2023-09-28/russia-s-500-million-tanks-stall-western-buyers-stay-away

2. The War Zone: “The Russian Army’s New T-14 Armata Tank Has a Big Problem”

https://www.thedrive.com/the-war-zone/31282/the-russian-armys-new-t-14-armata-tank-has-a-big-problem

 

Vlieg toch op: Vluchten in de toekomst

Op 5 februari hebben Nederlandse piloten aangegeven dat ze gaan protesteren tegen de plannen van enkele vliegtuigmaatschappijen en de vliegtuigbouwers Airbus en Boeing, om grote passagiersvliegtuigen voor één piloot uit te rusten. De piloten geven aan dat met één piloot vliegen niet veilig is. Zijn deze zorgen wel terecht?

Een slechte grap gaat rond waarin piloten van een passagiersvliegtuig tijdens een vlucht veilig in een rubberbootje zitten. Het lijkt een futuristisch beeld, dat sommige mensen willen schapen. Maar het wordt steeds aannemelijker. Met de ontwikkelingen van Artificiële Intelligentie (AI) vraag ik mij af wanneer mijn toekomstige generatie de laatste acties van menselijk bestuurde vliegtuigen gaan aanschouwen. Dit heet vooruitgang en hebben velen in het verleden ook meegemaakt. Maar bij groten als Winston Churchill is het wel op schrift gesteld. Tot Churchills tijd in het leger is het paard altijd onderdeel hiervan geweest. Paarden werden ingezet in volledige cavaleriecharges. Tegenwoordig hebben we in de oorlogsvoering op enkele uitzonderingen na, afscheid genomen van dergelijk strategieën. Paarden zijn in een andere vorm van gemechaniseerde voertuigen als jeeps, rupsvoertuigen en tanks overgenomen. De laatste volledige cavaleriecharge met paarden door de Britten, was op 2 september 1898. Winston Churchill was hiervan getuige en de schrijvende bron. Hoewel van sommige technieken en methoden afscheid wordt genomen, worden ze eens in de zoveel tijd afgestoft en als iets “uitzonderlijks” of “nieuw” geherintroduceerd.

De ontwikkelingen die vandaag de dag komen, kunnen vroeg of laat, in combinatie van het oude systeem van toepassing zijn. Maar hebben we wel het vertrouwen in de nieuwste technieken? Als ik naar het programma Aircrash Investication op National Geographic kijk, wat haar 24ste seizoen gaat draaien, zijn er heel veel dodelijke vliegtuigcrashen geweest. Maar ook heel veel “reddingen”. Bij het reconstrueren wat er fout is gegaan, wordt er gekeken naar technische defecten en persoonlijke fouten. De techniek is ontworpen voor menselijke besturing, ondanks de automatische piloot. Indien een stuk apparatuur niet functioneert naar behoren kunnen de piloten in grijpen.

Het devies is inmiddels aan het veranderen. Zo heb je op afstand bestuurbare drones die volledig zonder menselijke inbreng kunnen vliegen, rijden en geconditioneerd specifieke mensen elimineren. Maar wat als het systeem niet werkt naar behoren? We doen daar vaak humoristisch over in verhalen, films en series, maar in werkelijkheid zijn er al heel wat slachtoffers te betreuren. We kunnen dit misschien “beginfouten in de ontwikkeling” noemen, maar hoe zit het met slecht onderhoud en slijtage? Het weer en ouderdom kan ook invloed hebben op apparatuur. Een ongeluk waarin ganzen ongemerkt in je motor belanden of dat de deur in het vliegtuig tijdens de vlucht eruit vliegt, hoeft geen speciaal onderzoeksrapport. Dit is omdat zulke incidenten altijd kunnen voorkomen. Dan is het ook nog de vraag of het systeem geen vergelijkbare errors krijgt als menselijke black-outs of zelfs een verkeerde inschatting of beslissing maakt, doordat een meetapparaat niet goed functioneert.

Zover bekend dienen piloten de krachtsbesturing over te nemen, bij ernstige calamiteiten waarbij het vliegtuig en inzittenden in gevaar zijn. In de regelementen en opleidingen van een piloot worden vaak casussen nagespeeld, waarbij één piloot focust op de besturingspaneel en de ander zich focust op de meetinstrumenten, omgeving en de communicatie binnen en buiten het vliegtuig. Als de piloot zijn krachten en concentratie niet kan behouden, kunnen de piloten van taak wisselen. Ook kunnen de piloten bij elkaar steun vinden en als een team samenwerken om het vliegtuig zo veilig mogelijk aan de grond te krijgen.

Daarbij is een actie als kamikazepiloot niet gebruikelijk, maar helaas is er een vliegtuigcrash geweest, waarbij één piloot als enige in de cockpit zat en met het vliegtuig, met 150 inzittenden, zelfmoord heeft gepleegd in de Franse Pyreneeën, terwijl zijn collega piloot even naar het toilet ging. Niemand heeft deze crash overleefd.

Een ongeluk uit menselijke handelen is nooit uit te sluiten. Het is gewoon risico nemen, net zoals wanneer je in een auto zit of op straat loopt en een kans hebt op een ongeluk. Maar naar mijn mening zit er wel degelijk een verschil in verantwoording als het gaat om een oorlogsvliegtuig waar één piloot in zit of een passagiersvliegtuig met meerdere inzittenden. Daarom pleit ik ervoor dat minimaal twee piloten op passagiersvluchten de norm blijft.

K.M. Paulsen

Redacteur De Jonge Liberaal 2024

Zal Taiwan het tweede Oekraïne worden?

In een tijd waarin geopolitieke spanningen en territoriale geschillen de wereldorde beïnvloeden, werpt het opkomende parallellisme tussen Taiwan en het complexe conflict tussen Rusland en Oekraïne intrigerende vragen op. Kan Taiwan voor China worden wat Oekraïne voor Rusland is? Is deze veel beloofde inval aannemelijk? Hoewel de vergelijking niet perfect is, zijn er zeker overeenkomsten, zowel economisch als geopolitiek. 

De meest voor de hand liggende overeenkomst hierin is dat beide landen op zoek zijn naar nationale eenheid. Waarbij Rusland zich vasthoudt aan het idee van een verenigd Groot-Rusland zoals in de Sovjettijd, waar Oekraïne deel van uitmaakte. China streeft naar een “hereniging” met Taiwan als een niet onderhandelbare prioriteit. Het streven naar nationale eenheid, geworteld in historische claims, vormt de basis van beide territoriale conflicten. Het huidig conflict in Oekraïne is met een gedempt startschot begonnen met de inname van de Krim in 2014 en de oorlog die al speelde in de Oost-Oekraïense oblasten Donetsk en Loehansk. Voor China speelt de spanning zich af rond de Zuid-Chinese zee en over het eiland Taiwan. China claimt die zee op basis van een kaart uit 1947 wat de Volksrepubliek China (in wording) heeft gepresenteerd. China beschouwt Taiwan als een afvallige provincie. Dit komt doordat net na de Tweede Wereldoorlog een burgeroorlog uitbrak in China tussen de communisten en de nationalisten. Zowel de communisten als de nationalisten hebben tegen de Japanners gevochten. De nationalisten verloren de burgeroorlog. Voornamelijk omdat de nationalistische kamp het meest hebben geleden door de Japanse invasie. De communisten maakten vooral gebruik van guerrillatactieken, waarbij aangevallen werd met kleine verscholen eenheden. De tactiek is doeltreffend met een kleine legereenheid, waardoor je niet veel manschappen verliest. De nationalisten hebben zich teruggetrokken naar het eiland Formosa, het huidige Taiwan en hebben daar zelf een eigen regering opgezet. Het huidige China gaf in 2019 een signaal af, door middel van een lijst met ‘goede voornemen’. In deze voornemen staat in oorlogstaal dat het tijd wordt voor hereniging met de afgevallen ‘provincie’.  

Een ander opvallend aspect is de rol van externe factoren. In het Oekraïense conflict reageerde de internationale gemeenschap verdeeld. Vooral Westerse landen betuigen ‘onafgebroken’ steun in vorm van wapen- en economische pakketten aan Oekraïne, en door de soevereiniteit van het land te benadrukken. Rusland wordt voornamelijk stil gesteund door vaak niet-Westerse landen. China, Noord-Korea, India en een aantal Afrikaanse landen vormen samen een blok. Een soortgelijke situatie tekent zich af in Oost-Azië, waar de Verenigde Staten en westerse landen zich aan de zijde van Taiwan scharen, terwijl China zijn recht op territoriale integriteit benadrukt. Taiwan haar soevereiniteit ligt eigenlijk sinds haar ontstaan controversieel. Er zijn maar 15 landen wereldwijd die Taiwan formeel erkennen. Hierbij gaat het om kleine landen met een vergelijkbaar kleine economie, zoals: Nauru, Tuvalu, Palau en de Marshall Eilanden. Binnen in Europa is er maar één land dat Taiwan erkent en dat is Vaticaanstad. Het niet erkennen van Taiwan is voor landen vaak een economische reden. Veel landen zijn economisch afhankelijk van China geworden en door Taiwan te erkennen zou China economische en politieke banden direct verbreken.

Voor de keuze van een volledig conflict, spelen economische belangen een sleutelrol. Zowel Rusland als China zijn tot zekere zin economisch afhankelijk van Oekraïne en Taiwan. Deze belangen kunnen zowel de geopolitieke spanningen vergroten en als een katalysator werken voor escalatie van een militairconflict. Voor Taiwan geldt dit voorbeeld meer. De microchip fabrikant TSMC, gevestigd in Taiwan, maakt 60% van alle computerchips wereldwijd, waarvan 90% van de geavanceerdste soort. Deze chips zijn over de wereld erg gewild. China vormt daarop geen uitzondering. TSMC wordt het “Siliconen schild” genoemd vanwege de Chinese afhankelijkheid van microchips voor hun industrieën. Rusland is minder afhankelijk van Oekraïne op een industrieel gebied, maar wel tot zekere hoogte als het gaat om vruchtbaar landbouwgrond. De economische gevolgen van de mislukte inval zijn erg groot voor Rusland. Na 12 sanctiepakketten heeft de Russische economie het behoorlijk zwaar. 300 Miljard euro aan Russische reserves staan geblokkeerd, volgens het Internationaal Monetair Fonds is het bruto binnenlands product van Rusland in 2022 met 2.1% gezakt en voor 2023 wordt het op zo’n 2.5% geschat.
De energiesector is in Rusland erg groot en lijkt, ondanks de inval, een steunpilaar te zijn voor de Russische economie, hoewel het wel te maken heeft met een enorme krimp. Uit de cijfers van het Internationaal Energieagentschap blijken de inkomsten, die Rusland uit olieopbrengsten haalt, met een kwart gedaald vergeleken met begin 2022. De daling was daarna ruim 40%.

Mocht China de knoop doorhakken en voor een invasie van Taiwan kiezen, dan zal deze ook worden begroet met behoorlijke economische sancties. Deze zijn voor China misschien nog problematischer dan voor Rusland. Rusland heeft voor een lange tijd economische reserves opgebouwd, waarvan veel los kapitaal via de Russische centrale bank en exporteert vooral energie, gas en olie. Deze exportproducten vallen buiten de sancties en de vraag blijft aanwezig vanuit Europa. De export van deze producten naar Europese landen hield voor lange tijd vast en zit op dit moment nog op zo’n 8%. Buiten Europa heeft Rusland ook veel landen als handelspartners die Russische energie, in de vorm van olie en gas, opkoopt. China is met export een heel ander verhaal. Niet alleen is China meer afhankelijk van het westen, maar ook exporteren ze meer goederen zoals plastic producten, elektronica en delfstoffen. Sancties tegen het Chinese export gaat desastreuze gevolgen hebben voor China.

De militaire dimensie mag niet overgeslagen worden, terwijl Rusland de keuze heeft gemaakt om Oekraïne te gaan onderwerpen, houdt China het nu nog op psychologische oorlogsvoering door puur militaire druk uit te oefenen op Taiwan. Iets wat Rusland ook deed voor de invasie in Oekraïne. Het meest voor de hand liggende verschil is natuurlijk dat Taiwan een eiland is en Oekraïne voornamelijk een grondoffensief moet leiden. De invasie van Oekraïne is uitgelopen tot een lange, bloederige, uitputtingsoorlog. Waarbij de loopgraaf opnieuw is uitgevonden. Beide zijden verliezen veel mensenlevens en materiaal. De oorlog lijkt hiermee ook vast te zijn gelopen. Oekraïne komt hiermee het meest negatief uit, doordat het land afhankelijk is van Westerse steun. Als voorbeeld is dat te zien in de Verenigde Staten, waarbij de senaat een groot steunpakket heeft geblokkeerd. Teruglopende steun aan Oekraïne zien we ook in Europa, door de hernieuwde opkomst van extreemrechtse partijen die meer zetels trekken. Deze partijen zijn vaak niet heel enthousiast om Oekraïne zowel economisch als militair te ondersteunen. Rusland is hiermee in het voordeel gekomen. Samen met een hernieuwde aanvoer van munitie en manschappen worden de duimschroeven in Oekraïne verder aangevoerd.

Taiwan zelf bestaat uit twee delen, op de westerse helft woont het merendeel van de Taiwanese bevolking en is relatief vlak. De oostelijke helft bestaat uit hoge bergen. Buiten de plaats Hualien, is er relatief weinig bevolking. Als China overgaat tot het binnen vallen van Taiwan, dienen ze eerst het probleem te forceren om grondtroepen het land binnen te krijgen. Dit probleem zal waarschijnlijk worden ondermijnd doordat China veel zware raketten op Taiwan heeft gericht en kan met haar luchtmacht de marine enige vormvan bescherming bieden.

Wanneer we de vergelijking maken tussen Taiwan en het conflict tussen Rusland en Oekraïne, komen er vragen naar boven over geopolitieke spanningen. Beide situaties zijn gekenmerkt door territoriale geschillen en het streven naar nationale eenheid op basis van historische claims. Externe steun verschilt, met westerse landen die Oekraïne steunen en niet-westerse landen die Rusland steunen. Taiwan is van cruciaal belang voor de economie, vooral vanwege haar rol in de productie van computerchips. Er zijn militaire strategieën die verschillen, waarbij China momenteel psychologische druk uitoefent op Taiwan zonder een rechtstreekse invasie, terwijl Rusland Oekraïne is binnengevallen. De geografie van Taiwan is een uitdaging voor een eventuele Chinese invasie. Dit betekent echter niet dat Taiwan het zonder westelijke steun zou kunnen redden, dus het is van uiterst belang dat de EU en de VS kijken welke middelen tegen Rusland goed gewerkt hebben en hoe die toepasbaar zijn op China. Tevens moeten we ons goed bewust maken van de verschillen tussen de conflicten en welke nieuwe middelen uit de gereedschapskist gehaald moeten worden. Een voorbeeld hiervan is de Chips-act van de Biden administratie die exacte onze economische zwaktepunten ten opzichte van China precies aanpakt. Zoals Sun Tzu terecht zei: ‘’ken je zelf en je vijand dan hoef je de resultaten van 100 veldslagen niet te vrezen’’.

Stephan van der Linden

JOVD Groningen 2024

Het Tucker Carlson drama

Als aperitiefje op mijn laatste stukje als hoofdredacteur, wil ik elke lezer van de Jonge Liberaal graag bedanken. Voor het veelvuldig lezen uiteraard, maar zeker ook voor alle steun, reacties en de vaak actieve discussies die we over de artikelen hadden bij de JOVD Groningen. Ook bedank ik de redactieleden en eenieder die artikelen instuurde gedurende mijn termijn als hoofdredacteur. Die termijn was al eens verlengd, maar komt nu dan toch echt ten einde. Met jullie niet te onderschatten hulp hebben wij De Jonge Liberaal een level hoger weten te brengen. De rijke ervaringen van de afgelopen jaren neem ik mee. En ook al ga ik de hoofdredactie van ons mooie platform missen, het is tijd voor nieuwe uitdagingen. Ik wens mijn opvolger, de nieuwe redactie én alle lezers even veel plezier met de Jonge Liberaal als ik zelf heb gehad.

Dank en liberale groet,

Jesse Jacobs

Het Tucker Carlson drama  

Het interview van Tucker Carlson met Wladimir Putin werd van te voren historisch genoemd. Maar de extreemrechts propagandist, vers ontslagen bij Fox vanwege zijn onstuitbare liefde voor misinformatie, slaagde er glansrijk in om onder elke journalistieke kwaliteitslat door te duiken. Natuurlijk, geen enkele serieuze journalist, zou ooit in aanmerking zijn gekomen voor het bevragen van de dictator, daar moeten we niet naïef in zijn. Putin zocht en vond zijn onkritische journalist met bereik bij het Westers publiek, die hij onbeschaamd kon gebruiken als demagogische deurmat. Ik wil even kort terugblikken op dit interview, enerzijds op de vele leugens die Putin uitkraamde, en anderzijds op het onvermogen en de onwil van Carlson om zijn gast ook maar enigszins uit te dagen.

Putin, een geschiedenisnerd van de meest foute soort, legt vanaf de start de rechtvaardiging voor zijn invasie van Oekraïne vele honderden jaren terug. Hij wijst ons op de Russische macht die zich ontwikkelde rondom Kiev en Novgorod in de 8e tot 10e (!) eeuw. Na Christus, dat dan weer wel. Ieder weldenkend mens weet dat je zaak onhoudbaar is wanneer je een beroep moet doen op een (vermeende) situatie van 1400 jaar geleden. Putin zit daar geen seconde mee en schildert een situatie waarin Oekraïne en Rusland een onlosmakelijke geografische en culturele geschiedenis delen. Dat Carlson zijn gast niet kon uitdagen op zijn historische kennis valt wellicht nog te begrijpen, te meer daar Tucker notoir tegenstander is van enige research vooraf. En zeg nou zelf, waarom zou je ook researchen, als je al een vaststaande mening hebt? Maar waarom zet hij niet tenminste in op de meest logische vervolgvraag op Putin’s onnavolgbare salto in het verre verleden: wat maakt deze geschiedenis überhaupt uit voor de grenssituatie van vandaag? In de moderne internationale orde worden grenzen en soevereiniteit immers nooit bepaald door situaties van een millennium geleden. Sterker, 60 jaar is eigenlijk al genoeg om nieuwe legitieme grenzen te creëren, kijk naar Taiwan, of naar Oekraïne zelf.

Maar dan zit je fout bij Tucker. Tucker is zo slecht in zijn werk, niet alleen als journalist maar ook als propagandist, dat hij zichtbaar per ongeluk één relevante vraag stelde: ‘’Waarom mijnheer de president, doen deze willekeurige feitjes er überhaupt toe, in relatie tot de huidige oorlog?’’ Als antwoord en rechtvaardiging krijgt hij prompt een antieke kaart voorgeschoteld. Carlson laat het er verder maar bij.  

Waarom geen woord over het Boedapest Memorandum van 1994, waar de soevereiniteit van, onder andere, Oekraïne gewaarborgd werd in ruil voor nucleaire ontwapening? Of de Oranjerevolutie van 2004 waar Rusland zich mengde in de verkiezingen om Kremlin-kandidaat Yanukovych naar voren te schuiven? Overigens was Tucker niet op de hoogte van die revolutie, dus dat schip was al gevaren helaas. Of het Minsk-akkoord van 2014, de handhaving waarvan Rusland compleet onmogelijk heeft gemaakt door nooit echt haar troepen terug te trekken uit de Loehansk en Donetsk? Stuk voor stuk veel recenter ontwikkelingen in de relatie Oekraïne-Rusland, die daadwerkelijk relevant zijn voor een oordeel over de invasie van 2022.


De trieste grap van het hele interview is niet eens dat Tucker zo clumsy opereert als propagandist, noch dat hij geen enkele drang voelt tot kritische vragen, maar eerder dat hij kennis-inhoudelijk sowieso geen seconde partij kan bieden aan een sluwe alleenheerser, die zijn eigen narratief tot in de puntjes beheerst. Daarom kon hij niet eens iets inbrengen tegen overduidelijke leugens zoals dat Zelensky’s vader een nazicollaborateur zou zijn. Oleksandr Zelensky werd geboren in 1947, dus dat komt qua 40/45-tijdlijn niet echt lekker uit. Maar dat soort tegenwerpingen worden in het huidige Rusland als staatsvijandig beschouwd.

Al met al kan het niet verbazen dat minkukel Tucker deze kans kreeg, terwijl honderden serieuze journalisten van de BBC of CNN dagelijks smeken om een interview met Putin. Putin wilde het woord rechtstreeks richten tot pro-Kremlin-rechts en via hun favoriete roeptoeter een wagonlading historische boomer-trivia spuwen, vanuit het meest eenzijdige en leugenachtige perspectief denkbaar. Had Tucker een antwoord moeten hebben op elk individueel losgekoppelde feitje? Nee hoor, maar een echte interviewer had direct het gesprek moeten sturen naar vragen die wel relevant zijn. ‘Kievan Rus’, waar Putin voortdurend beroep op doet, was een andere rechtspersoon dan Rusland en niet eens een beetje relevant voor de huidige wrede pogingen tot annexatie. Zelfs al zou koning Rorik herrijzen uit zijn negende eeuwse graf, dan nog zou Putin’s retoriek oninteressant en irrelevant zijn.

Aan allen die Tucker de hemel in prijzen voor de kans om Putin’s verhaal te horen, ik denk maar aan MAGA, PVV, FVD, Wierd Duk, nostalgische communisten die de USSR missen en overige verstandelijke verkruimelende kneuzen, weet even dat er gewoon helemaal niets nieuws is verteld. We hebben dit alles, net als kilo’s andere idiote ‘Putin-wist-je-datjes’, al tig keer gehoord, voorafgaande aan de invasie in 2022 én er na. Om deze nonsens nog eens op te warmen in een flink geplugd interview heb je geen journalist nodig. Maar die was hier dan ook niet te bekennen. 

Al met al was het een dermate flater van een interview, dat zelfs Putin naderhand teleurgesteld leek. Het is zonde om te zien dat Amerikaans (populistisch) rechts, waar Carlson prominent spreekbuis van is, nu een direct en onverholen propagandadoelwit is geworden voor het Kremlin. Hoe gaat dit verder? Ondanks hun beperkte buitenlandbeleid, is van belang dat ‘hawkish’ neo-conservatieven als Nikki Haley, Mitt Romney en wijlen John McCain weer de stem van de GOP worden.

Dat lijkt nu een onrealistische droom, maar zo lang Trump de partijscepter zwaait, zal de geloofwaardigheid van de partij op den duur zo afbrokkelen, dat terugkeer naar traditioneel Republikeinisme onomkeerbaar wordt. Althans, dat hoop ik dan maar. Tot die tijd moeten we naar het kritiekloze gekakel van Carlson en de zijnen luisteren.

Ik had Carlson al niet zo hoog als journalist, maar dit interview mag een nieuw dieptepunt heten in zijn loopbaan. Bij de Jonge Liberaal zou hij geen enkele kans maken, maar daar zal hij dan weer niet van wakker liggen vermoed ik.

Nogmaals dank zeer gewaardeerde lezers voor het jarenlange vertrouwen!

Jesse  

Een ”korte” duiding over het Israël-Hamas conflict

De 8 oktober-aanval van Hamas op Israëlische burgers heeft implicaties voor internationale betrekkingen en doet spanningen tussen oude bondgenoten én vijanden weer oplopen. In deze korte duiding wil ik enkele van die spanningen aanstippen, gebaseerd op zoveel mogelijk feiten als de ‘fog of war’ ons toestaat.

Consequenties voor geopolitieke allianties

Om te beginnen, wil ik enig licht laten schijnen op de toenemende spanning tussen twee, misschien inmiddels al voormalige, bondgenoten. Het breken van de wapenstilstand tussen Israël en Palestina, meer specifiek tussen Israël en Hamas, legt hernieuwde druk op de relaties tussen Tel-Aviv en Moskou. Vladimir Poetin weigert de terroristische aanvallen van Hamas immers te veroordelen en schuift de schuld gemakshalve compleet naar de Verenigde Staten. Dus is de vraag waarom Poetin een belangrijke bondgenoot nu onder de bus gooit, en waarom dit een gevaar vormt voor de Westerse steun aan Oekraïne.

Verscheidene Russische staatscommentatoren maakten geen geheim van hun hoop voor de escalatie van Hamas jegens Israël. Dit omdat zo’n escalatie ertoe zou kunnen leiden dat Westerse machten, met name de VS, middelen uit Oekraïne weg moeten trekken. Er zit een kern van waarheid in deze Russische hoop en het is dan ook van belang dat het Westen, vooral de EU, zich goed realiseert waar de echte veiligheidsdreiging zit. Ook vanuit moreel perspectief hebben we dus de plicht om de opkomende Oekraïense democratie, in onze eigen regio, te helpen en te beschermen. Poetins sympathie voor Hamas en zijn pogingen tot escalatie van het conflict valt binnen zijn geopolitieke strategie om een coalitie van (tamelijk dubieuze) antiwesterse actoren te creëren. Het probleem voor Poetin, naast de vervreemding van Israël, is echter dat deze gelegenheidscoalitie instabiel is en daarom geen serieuze tegenhanger kan worden van westerse coalities.

De poging van Poetin om Netanyahu close te houden en tegelijkertijd een kloof tussen Israël en haar belangrijkste bondgenoot, de US, te slaan mislukt faliekant. Hier komen eerdere ergernissen van de Joodse staat nog eens bij. Neem de rechtvaardiging die Poetin gebruikt om zijn invasie in Oekraïne te rechtvaardigen, namelijk dat Oekraïne één grote congregatie zou zijn van antisemieten. Deze glasharde leugen is natuurlijk veelvuldig ontkracht door een stoet aan onderzoeksbureaus. Bovendien, zoals de ‘U.S. Department of State terecht opmerkte, is relativering van antisemitisme, door het huidige Oekraïense regime met de Nazi’s te vergelijken, is in zichzelf juist een vorm van antisemitisme, al was het maar omdat dergelijke relativeringen diep beledigend zijn voor de slachtoffers van de Holocaust. Een Joodse staat als Israël kan zulk relativisme uiteraard niet waarderen, noch tolereren. Dit, opgeteld bij de weigering om Hamas’ terreur te veroordelen laat het Israëlische regime en volk zien dat Poetin’s zogenaamde strijd tegen antisemitisme hypocriet, leeg en opportunistisch is.

Dan het conflict zelf.

Tot zover de ‘soft alliance’ die zwaar onder druk kwam sinds 8 oktober. Maar de escalatie van Hamas toont ook hoeveel machtige vijanden Israël sinds haar ontstaan in de ogen kijkt. Het is belangrijk te erkennen dat Israël een belangrijke rol heeft in de constante conflicten. Hamas haalt nu eenmaal veel steun uit het feit dat veel Palestijnen als derderangsburgers worden behandeld in deze regio. Helaas, als de pro-Palestina demonstraties en verslaggeving iets duidelijk maken over het discours rond het conflict, dan is het wel dat velen er niet in slagen om kritiek op Israëlische expansie en humanitaire schendingen los te koppelen van een de facto steun voor Hamas. Pseudo-rechtvaardigingen van Hamas, zoals dat de aanval verklaard kan worden door de diepe trauma’s die Palestina heeft opgedaan dankzij Israël, slaan elke plank mis. Dezelfde mensen zouden het immers nooit omdraaien door te stellen dat Israëls grensoverschrijdende gedrag richting Palestina verklaarbaar is uit de trauma’s die Israël sinds de 6-daagse oorlog richting Arabische wereld opliep. Logica, zo heb ik overgehouden aan mijn kortstondige filosofiestudie, werkt immers twee kanten op. Zo niet, dan klopt hij niet. Zo eenvoudig is het.

Feit is dat Israël de Gazastrook helemaal niet wil hebben. Er valt niet veel voor ze te halen daar. Maar het is wel hun belang dat iemand daar de strapatsen van Hamas checkt. Dat is precies waarom Israël, als onderdeel van de Camp David Akkoorden in 1978, probeerde om de Gazastrook aan Egypte toe te wijzen. Het is natuurlijk waar dat er naast nationale veiligheidsmaatregelen een bepaald dedain is in de Israëlische staat richting Palestijnse soevereiniteit, maar het idee dat uitbreiding van Israël louter expansionisme is, klopt ook weer niet. Als we kijken naar de verandering van de grenzen tussen Israël en Palestina de afgelopen decennia, dan vinden de grote verschuivingen telkens plaats na conflicten geïnitieerd door Palestina met hulp van andere Arabische landen. Denk bijvoorbeeld aan de ‘zesdaagse oorlog’, de ‘Yom Kippur oorlog’ en de ‘Libanese oorlog’. Deze conflicten hebben enorm bijgedragen aan de uitbreiding van Israël, zowel qua land als geopolitieke macht in de regio. En hoe je het ook went of keert, het militaire aspect van deze conflicten is steeds begonnen vanuit Palestina en haar sympathisanten. Geeft dit Israël een morele ‘green card’ om te doen wat ze willen in Palestijns grondgebied? Nee, natuurlijk niet. Maar ik wil de scandeerders van ‘from the river tot the sea’ er op wijzen dat de Arabische wereld zelf de hand had in het kwijtraken van grondgebied aan Israël, door dit land constant te belegeren en door elk akkoord af te wijzen.

Israël heeft fouten gemaakt in de initiële steun die ze aan Hamas gaven, maar ook zonder die fouten zou het huidige Hamas bestaan. Hamas is, onder aan de streep, een proxy-wapen dat door machtige actoren in de regio wordt gebruikt voor geopolitieke en religieuze redenen. Eén van de redenen dat de IDF (Israëli Defense Force), er zeer waarschijnlijk niet in gaat slagen om Hamas uit te roeien, is dat de top van de beweging, zoals Ismael Haniyeh, comfortabel en veilig in landen als Qatar zit. De politieke en materiële steun van Qatar en Iran maakt het op zichzelf al onmogelijk om Hamas echt van de kaart te vegen. Hier staat tegenover dat de geschiedenis bewijst dat Israël geen wapenstilstanden of vrede bereikt door passief optreden. De vrede met Egypte bijvoorbeeld of de relatief stabiele relaties met Jordanië, zijn pas gerealiseerd nadat Israël haar laarzen zo ongeveer in Cairo had tijdens de Yom Kippur oorlog, en de Arabische Unie al verscheidene nederlagen had bezorgd. Dit bevestigt het idee dat passief optreden en ‘verzoeningspolitiek’ juist niet stabiliteit oplevert in de regio. Zeker niet in geval van Hamas.

Dit zou een korte duiding worden, had ik beloofd, maar het onderwerp is zo breed dat het toch een lange zit werd. Sorry! Maar goed, onderaan de streep lijkt een tweestaten-oplossing de enige mogelijkheid voor vrede, want de Arabische wereld (Iran, Syrië, Pakistan, etc.) hebben keer op keer laten blijken dat Israël van de kaart geveegd moet worden. De ‘één-staatoplossing’ gaat nooit werken, aangezien Palestijnen en Israëliërs altijd hun vertegenwoordigers zullen pushen om de ander naar het leven te staan. Een massieve cultuurverandering in de regio is noodzakelijk. Alleen dan kunnen partijen zoals Hamas eindelijk uitsterven. En alleen dan kunnen serieuze onderhandelingen over de wederzijdse leefruimte beginnen. 

Democratie, een slechte keuze?

Na de verkiezingsstrijd waar de partij van Geert Wilders als sterkste uit de bus is gekomen, wist Nederland zelf niet hoe ze moest reageren. Op zowel het NOS als RTL Nieuws werden door lijstduwers en leden van de Partij voor de Vrijheid aangegeven dat ze een probleem zullen krijgen met het opvullen van de bemachtigde zetels… Terwijl het partijbestuur daar over ging piekeren, gingen intussen een aantal Nederlanders de straat op om hun stem te laten horen tegen de verkiezingsuitslag.

Op dit moment kijkt men al gespannen uit naar de uitkomsten van de formatie van ons toekomstige kabinet en lijkt de “Red Scare” als een Mccarthyistische golf zich over de NAVO-gebieden te verspreiden. Terwijl de angst aan het toenemen is, lijkt het alsof er in Duitsland ook alleen maar protesten worden gehouden.

Boeren, trein- en trammachinisten, vrachtwagenchauffeurs, transporteurs, Duitse voetbalfans tegen de plannen van de Deutsche Fussball Liga… Inmiddels is het bijna niet te overzien waarvoor er allemaal in januari ’24 is geprotesteerd bij onze Oosterburen. Al die protesten op zowel landelijk- als in deelstaatniveau hebben invloed op de Europese economie. Maar de protesten die nu op dit moment het meest in het oog springen zijn de protesten tegen extreemrechts.

De tweede helft van de maand januari kan het best gekenmerkt worden met de protestacties van tegen- en voorstanders van de radicaal-rechtse Duitse politieke partij “Alternative für Deutschland” (AfD). In de aankomende deelstaatverkiezingen van Brandenburg, Saksen en Thüringen in september staat de AfD volgens peilingen op winnen. Het idee dat een extreemrechtse partij die Landtagswahlen kan winnen schiet bij een aantal Duitsers in het verkeerde keelgat. Met het bericht dat een aantal partijleden over plannen van massadeportaties hebben besproken, hebben tegenstanders hun stem laten horen. De discussie is opgang gekomen om de partij, die tevens door de Duitse binnenlandse veiligheidsdienst Verfassungsschutz in de gaten wordt gehouden, officieel te verbieden.

Alleen is het wel verstandig en democratisch om een partij te verbieden? Het definiëren van “democratie” is al een lastige kwestie. Men heeft allemaal een idee over wat democratie inhoudt. Maar toch kan iedereen hier een andere opvatting over hebben. Zoals de opvattingen erover verschillen, zijn er ook diverse vormen van democratieën in verschillende landen. Zo kan het kiessysteem met kiesmannen een democratisch systeem zijn, maar kan het democratisch bestuurssysteem van het wel of niet hebben van een senaat, naast een huis van afgevaardigden (in Nederland bekend als “Tweede Kamer”), al een verschil in staatsvorm zijn. In het oude Athene, waar een directe democratie gold, pasten men in de volksvergadering (Ekklèsia) het schervengericht (Ostracisme) toe om iemand voor tien jaar te verbannen. We zouden ons kunnen afvragen of het scherfgericht wel een vorm van democratie kan zijn, waarin iemand sowieso in de ban wordt gedaan. Als dat gebeurt zijn de meeste stemmen gericht op een persoon, ook al heeft hij geen meerderheid van de stemmen gekregen.

In liberale visies bestaan wringende knelpunten. Vanuit het liberalisme wordt in het algemeen gestreefd naar individuele vrijheden. Alleen hebben individuele vrijheden grenzen, waarbij de overheid of de maatschappij als een nachtwakersstaat moet optreden. Anders dan in een klassieke vorm van liberalisme hebben de conservatieve liberalen een opvatting om eigen cultuur en identiteit te benadrukken en dan heb je nog het vrijzinnige liberalisme waarin wordt bepleit dat er voor het volksbelang enige vorm van vrijheid wordt ingeperkt om andere vrijheden te behartigen. In de praktijk blijft een individu niet specifiek op één stroming hangen en neemt men een mix van keuzes aan. We kunnen vanuit de drie grootste vormen van liberalisme al verschillende mogelijkheden in reacties zien, waarin het behouden van een partij behartigd of verboden kan worden. Daarbij hebben we nog niet de ideologieën van socialistische, progressieve en conservatieve aard besproken.

Vanuit de historische invalshoek in de 20ste eeuw werden Benito Mussolini’s partij, Partito Nazionale Fascista, en de aan Hitler verbonden partij, Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP), destijds zeer populair door het hanteren van knokploegen. Terwijl Mussolini aan de macht wist te komen, wist Hitler steun en publieksaandacht te krijgen door een rol van “underdog” aan te nemen, door zijn veroordeling en het (tijdelijke) verbod van de partij door de rechter.

Het is lastig te oordelen of een partij wel of niet verboden moet worden. In het geval van Italië heeft een staatsgreep tot een fascistisch succes geleidt. Maar in Beieren heeft het verbieden van een partij, en de daarbij horende staatsgreeppoging en veroordelingen, een naambekendheid gerealiseerd waardoor Adolf Hitler zich kon manifesteren. Persoonlijk ben ik van mening dat staatsgevaarlijke personen die een staatgreep beramen of plegen uit de groep moeten worden gehaald, terwijl de partij kan blijven bestaan. Daarmee bied je een mogelijkheid dat de partij door ontwikkeld en dat hun standpunten niet geheel star worden, ook al kan hun standpunt niet (geheel) meer behartigd worden. Door het politiek bedrijf niet in te perken is er ruimte om met de “tijd” mee te gaan. Zo heeft niemand in de jaren ’60 van de vorige eeuw kunnen verwachten dat George Wallace in de jaren ’80 een enorme draai ging maken met zijn politieke standpunt op segregatie, waarbij hij als voorstander van de rassenscheiding opeens weer tegenstander ervan werd. Als tweede rede zou ik willen benoemen dat men bij het verbieden van partijen in het geheel meer neigt naar een totalitaire staat, waarin de staat controle uitvoert wie wel of niet mee mag doen. Daardoor kan een vorm van een “schijndemocratie” ontstaan. De derde reden om een partij niet te verbieden is het voorkomen dat leden met extreme meningen versnipperen tussen andere organisaties en groeperingen, zodat onrust beter te lokaliseren blijft.

Kortom, in de hedendaagse democratie waarin we nu leven, en niet zoals in het oude Athene, lijkt het mij het beste dat partijen en groeperingen niet afgeschaft worden omwille van hun (radicale) standpunt. Daarbij kan verbieden een aanleiding geven om het democratische rechtssysteem te ondermijnen. Met als risico dat een deel van de samenleving in algemene zin geen woord meer mag zeggen. Bovendien is het toelaten van een partij of groep in een democratisch systeem ook een kanaal dat wordt opengezet onder mensen, zowel binnen als buiten het parlement, om problemen en opvattingen met elkaar op een degelijke manier te bespreken. Daarbij dient niemands opvatting of mening, doormiddel van openbaar geweld, geforceerd te worden.

Kasper Paulsen

JOVD Groningen 2024

Waterstof als Drijvende Kracht voor Onze Toekomst

Alleen actie kan de belofte van waterstof waarmaken.

In een tijd waarin de gevolgen van klimaatverandering zich steeds duidelijker manifesteren en de druk om de CO2-uitstoot te verminderen groeit, wordt er naar een aantal verschillende middelen gekeken en waterstof is daar één van. Waterstof is niet alleen een nieuwe, schone en duurzame energiebron, het is een veelbelovende en dringend benodigde oplossing voor enkele van onze meest acute problemen. Nederland in zijn geheel moet stappen ondernemen om als land waterstof te nemen als energiebron, in plaats van dat het enkel voor bussen kan worden gebruikt. Waterstof zal een rol spelen in de energietransitie en daarom moet het ook op worden genomen in ons nationaal beleid en onze economie.

Waterstof, het meest voorkomende element in het universum, biedt een schone en duurzame energiebron die aanzienlijke voordelen met zich meebrengt. In het licht van klimaatverandering is de dringende behoefte aan emissiereductie overduidelijk. Het gebruik van waterstof in brandstofcellen voor transport, industrie en energieopwekking heeft het potentieel om de uitstoot drastisch te verminderen en de luchtkwaliteit te verbeteren. Iets wat de komende jaren en op dit moment bij een aantal plekken rond zware industrie, zoals dat van het produceren van ijzer al duidelijk is.

Hoewel het verleidelijk is om waterstof te omarmen als een zilveren kogeloplossing, moeten we ons bewust zijn van enkele huidige uitdagingen. De kosten en efficiëntie van waterstofproductie en -opslag zijn nog steeds obstakels. Op dit moment wordt een aanzienlijk deel van de waterstof nog gemaakt uit fossiele brandstoffen, wat het milieuvriendelijke karakter van de energiebron aantast. Echter, de technologische vooruitgang in elektrolyse, waarbij water wordt gesplitst in waterstof en zuurstof met behulp van hernieuwbare energiebronnen, biedt een veelbelovende oplossing voor deze problemen. Wanneer de vrije markt waterstof omarmt, zal deze technologie worden verbeterd en toegankelijker worden gemaakt, voor een wijder publiek. Zo zal het ook interessanter worden voor investeerders en zal het proces zich versnellen.

Het tegenargument, dat waterstof inefficiënt is, is niet ongegrond. Er zijn energieverliezen bij de productie, opslag en transport van waterstof, maar hetzelfde kan worden gezegd voor veel energiedragers. Bovendien zijn deze inefficiënties aan het afnemen naarmate de technologie zich ontwikkelt. Als we investeren in onderzoek en ontwikkeling, kunnen we de efficiëntie verbeteren en het potentieel van waterstof beter benutten. De voordelen van waterstof wegen zwaarder dan de nadelen. Het is een schone energiebron die kan bijdragen aan schonere lucht, verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, economische groei en werkgelegenheid. We kunnen de diversificatie van onze energiebronnen bevorderen en onze nationale energiezekerheid versterken. Bovendien kunnen we ons op het wereldtoneel positioneren als leiders in een groeiende en duurzame industrie.

Energieverlies bij Waterstofproductie en Hoge Temperaturen in de Mix

Een belangrijk aspect van waterstof als energiedrager is het energieverlies tijdens de productie, opslag en transport, dat momenteel rond de 34% ligt. Hoewel dit een uitdaging is, is het essentieel om te benadrukken dat vergelijkbare verliezen ook voorkomen bij andere energiedragers. Het verminderen van deze inefficiënties is een lopend proces en vereist voortdurende investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Het streven is om de productieprocessen te optimaliseren en de energieverliezen te minimaliseren.

Tegelijkertijd moeten we ook de rol van waterstof in het omgaan met hoge temperaturen erkennen. Waterstof kan als warmtebron fungeren in processen met hoge temperaturen, zoals in de zware industrie. Dit opent nieuwe perspectieven voor het verminderen van de uitstoot in sectoren die voorheen moeilijk te verduurzamen waren. Door waterstof op grote schaal te integreren, kunnen we niet alleen de uitstoot verminderen, maar ook bijdragen aan de modernisering van industriële processen.

Het streven naar een duurzame toekomst met waterstof als een integraal onderdeel van onze energiemix vereist een holistische aanpak. Het is een reis die zich richt op het verminderen van emissies, het bevorderen van energie-efficiëntie en het omarmen van nieuwe mogelijkheden, waaronder het gebruik van waterstof bij hoge temperaturen. Nederland heeft de kans om een voortrekkersrol te spelen in deze transitie, en de tijd voor actie is nu.

Stephan van der Linden

JOVD Groningen 2023

Dubbele tweestrijd: Wie pakt het goud?

Een uitputting van al mijn zintuigen tekende de afgelopen week. Het luchtje dat sinds deze week aan de bedenker van crompouce hangt is de amateuristische strijdbare lucht die ook rondhangt bij de grote politieke partijen. Deze week werd ik verblind door het groene licht van de cijfers die de AEX schreef. Na een aantal weken was ineens een weg omhoog te zien. Mijn oren zijn depressief geworden van alle podcasts die iedere dag geluisterd werden met een resonerend geluid van de (rokers)hoest van Caroline van der Plas die mij nachten wakker hield. Een ambivalent gevoel overheerste deze week mijn humeur. Veel politieke leiders hebben hoogstwaarschijnlijk ook last van deze gemoedsaandoening. Bovenal is het de rusteloosheid die speelt door de magie van de democratie die dit land kent. Het worden historische, interessante en spannende verkiezingen.

De grote partijleiders mochten deze week op verzoek van Vandaag Inside aansluiten bij de gelijknamige talkshow. Graag wil ik als kanttekening stellen dat, voor een verruiming van uw geest, iedere werkdag het televisiekanaal zappen naar SBS6 vanaf 21:30 uur een aanrader is. Frans Timmermans mocht het spits afbijten met een harde en turbulente uitzending als gevolg. De uitzending was goed voor meer dan een miljoen kijkers.

Dinsdag begon écht de week: klokslag 14:00 uur kwam de peiling van EenVandaag en Ipsos. Hieruit bleek dat de verschillen minimaal zijn en de partijen VVD, GL/PvdA, PVV en NSC stabiel bleven in het aantal zetels dat zij potentieel halen aanstaande woensdag. ’s Avonds was het de beurt aan Dilan Yeşilgöz die een tamelijke ontspannen indruk maakte met een inhoudsloze bijdrage als gevolg.

De volgende dag was het de beurt van een andere zetelpeiling: I&O. Deze peiling gaf grotere verschillen weer en daarbij werd ‘Onduidelijkheid kost NSC zetels’ de titel. De vorige Tweede Kamerverkiezingen kwam D66 ineens als een duveltje uit een doosje. Ellenlang emmeren over wat deze verschillen precies in de peilingen inhouden blijft speculeren met uitersten tot gevolg.

De woensdagavond werd echter gedomineerd door Geert Wilders. Naar eigen mening kan ik stellen dat een gros stemmers van de PVV ook naar Vandaag Inside kijkt. Wilders deed in de uitzending een demonstratie als Nederlands kampioen debater met als sluitstuk het terechtwijzen van Derksen in een discussie over het conflict tussen Israël en Palestina.

Omtzigt liet alvorens de uitnodiging weten dat hij een man is van de inhoud en niet zit te wachten op de onvoorspelbaarheid van het programma. Daarom maakte hij zijn opwachting bij RTL4 met Beau als interviewer. Menigeen die een beetje gezichtsuitdrukkingen kan lezen, kon opmaken dat hij misschien wel spijt had van zijn keuze. Donderdagavond was hij toch echt te vinden op de campingzender en zou in debat gaan met de andere partijen die meer dan 20 zetels peilen. Een hevige strijd tot gevolg. Timmermans heeft naar alle waarschijnlijkheid met ernstige jaloezie naar de handdruk gekeken tussen Omtzigt en Wilders. Sneu blijft wel dat hij samen met Yeşilgöz in een onnavolgbare discussie was terecht gekomen.

Duiding over de huidige constellatie lijkt mij wel op zijn plek. Een dubbele tweestrijd dat is wat nu tot stand is gekomen en hoe dan ook gaat gebeuren. De eerste is tussen NSC van Omtzigt en de VVD van Yeşilgöz.

Nieuw Sociaal Contract

Het zou een nieuw hoofdstuk worden in de parlementaire geschiedenis. Een partij van nog geen twee maanden oud die de grootste is en direct aan de macht is. Het is tamelijk doorzichtig dat de partij met spuug en plakband in elkaar zit en de ideeën voortkomen uit hét Christen-Democratisch Appèl. Wie weet zal na de jaarwisseling eens duidelijk worden wie de aspiraties heeft voor het minister-presidentschap in de partij. In een razendsnel tempo is alles opgetuigd. Is dit een teken van sterke efficiëntie of is het kruid al verstopt waar het wachten is op vuur? De keuze is aan de kiezer, maar die is toch geen kleuters?

Volkspartij voor Vrijheid en Democratie

Dertien jaar aan de macht en de campagnemachine voorzien van nieuwe olie, een nieuwe lijsttrekker en dan een nieuwe termijn gaan regeren. De modus van de VVD werpt zijn vruchten af. Zijn de partij en de leden niet bang voor een lege huls als partij? Waar ideeën en discussie na een nieuwe partijvoorzitter nog steeds niet zijn terug te vinden, is de commerciële uiting uitermate professioneel. Als de VVD het voor elkaar krijgt, is consistentie in woord- en zingebruik is in ieder geval de toon. Bestuurlijke verandering laat dan nog vier jaar op zicht wachten. De keuze is aan de kiezer, maar die is toch geen kleuter?

De uitslag zal bepalen dat Nederland wel of geen minister-president zal hebben. Bepaalt de uitslag zekerheid voor een minister-president of vertrouwen in een persoon die twijfelt? Is dat op dit moment van belang? Nee, heb ik voor u alvast beantwoord. Het meest belangwekkende is de tweestrijd tussen de partijen GL/PvdA en PVV. Beide partijen zijn onderhevig aan de tactische stemmer die de doorslag gaat leveren in de uitslag en de toekomstige coalitie.

GroenLinks/Partij van de Arbeid

GL/PvdA heeft de bebaarde Frans Timmermans laten invliegen die tijdens de campagne op zijn beurt weer het geliefde vervoersmiddel van Extinction Rebellion gebruikte om te praten met de grote namen in Europa. Frans Timmermans komt voor het minister-presidentschap wat op dit moment nog rudimentair bleek. Naast zijn intrigerende stijl als een emotionele debater, wekt hij de indruk enorm strijdbaar te zijn en moet men zich schrap zetten voor behoorlijke veranderingen. Een bondgenootschap van twee partijen waar de leden uiterst pluriform zijn, vanwege de behoorlijke demografische verschillen. Is dit hetzelfde kruid waar NSC mee te maken heeft? De stemmer op links zal opnieuw haar stem overwegen door de bedreigingen van rechts. Een ‘links blok’ valt niet uit te sluiten, wat vorige Tweede Kamerverkiezingen D66 enorm geholpen heeft. De keuze is aan de kiezer, maar die is toch geen kleuter?

Partij voor de Vrijheid

Een rot in het vak wil ook eens aan de knoppen zitten. De extreme standpunten verhuizen naar de ijskast en de partijleider is ‘milder’ geworden in uitspraken. PVV de partij van Geert Milders wil meedoen en iets terugdoen voor de trouwe achterban: meeregeren. Kostte wat het kost zorgen dat Frans Timmermans niet aan het roer komt, zal de sektebewoners in Forumland nog weleens tot inkeer kunnen brengen. Rechtstatelijk zit Milders een beetje in de knel met zijn partijprogramma. Een ondemocratische partij die opeens mee wil doen en laten zien dat het ook kan. De aloude standpunten tegenover de Islam mogen blijkbaar in de kast om een plek in Vak K te organiseren. Pikt zijn kiezer dit en gaat het dan toch lukken? Een trouwe coalitiepartner was hij niet en die fratsen kennen de kandidaten van NSC en de VVD nog wel. Wil het dan echt lukken het ‘DNA’ die de PVV kent en te bewerken? Meeregeren zal dan het antwoord zijn met zetelwinst. De keuze is aan de kiezer, maar die is toch geen kleuter?

Wat de uitkomst ook wordt; het is amper onder woorden te brengen hoe interessant deze Tweede Kamerverkiezingen zich ontwikkelen. Mocht NSC of VVD een minister-president leveren dan zijn de coalitieonderhandelingen in 2025 hoogstwaarschijnlijk nog niet klaar. De onvrede op rechts zal uitgroeien tot excessen mocht GL/PvdA de derde partij worden. Wordt PVV de derde partij is het afwachten of de Nederlandse burger de spelregels van de democratie omarmt.

Voor NSC of de VVD zal winst dé gouden medaille betekenen. Voor PVV of GL/PvdA is de derde partij worden, met een bronzen medaille, volgens mij ook het gevoel van een gouden medaille winst. We zullen zien welke partijen gaan fêteren woensdagavond.

Koen Balkema

Iedereen moet vegetarisch worden

Het leven in een razendsnel veranderende wereld, waarin klimaat verantwoordelijkheid steeds meer centraal komt te staan, brengt de nodige veranderingen met zich mee. Waarin het keer op keer duidelijk wordt gemaakt wat de impact van de vlees- en vee-industrie op het klimaat heeft. Niet te min de impact die dit heeft op de miljarden onschuldige dieren die door de vleesmolen worden geworven.

De impact van de vleesproductie op ons milieu is ontzettend. De bezette landbouwgrond om veevoer te verbouwen, de uitstoot van broeikasgassen die de klimaatverandering versnelt en de vervuiling van ons water als gevolg van de veeteelt zijn ernstige zorgen. Als we onze planeet willen beschermen voor toekomstige generaties, moeten we de consumptie van dierlijke producten stoppen. De ecologische voetafdruk van vegetarische voeding is aanzienlijk kleiner, en dit is een kans die we niet mogen laten liggen.
Het is wel bekend dat de impact van de vleesproductie op het milieu immens is, het draagt 14.5% (wereldwijd) van de broeikasgasemissies bij en verbruikt veel water. Om een kilo rundvlees te produceren komt al snel 15.000 liter kijken, gebonden met de uitstoot van chemicaliën en mest kan dit leiden tot watervervuiling. Intensieve landbouwpraktijken, waaronder ook de veeteelt, dragen aanzienlijk bij aan het dramatisch verlies van biodiversiteitsverlies en habitatvernietiging. Het blijven eten van vlees is niet langer verklaarbaar met onze kennis en bewustwording van de gevolgen die dit heeft op het milieu. Het is onbegrijpelijk dat in een tijdperk waarin de gevolgen van klimaatverandering steeds maar duidelijker worden, mensen zich blijven vasthouden aan hun dieet dat bijdraagt aan deze problemen, die wij allen nu meemaken. De keuze voor vegetarische of plantaardige voeding is niet alleen gezonder voor onze planeet, maar ook voor de individuele gezondheid. Het wordt eens tijd dat we deze discussie eens serieus gaan nemen en onze eetgewoonten veranderen en een begin maken aan het te verminderen van de impact die ons dieet heeft op het klimaat.

Iedere maand, week en dag wordt het onnodig lijden van miljarden dieren voortgezet, door de meedogenloze vleesindustrie. Waarbij dieren als puur een product middel worden gezien en ze op een brute wijze aan hun einde komen. Iets wat niet met pen valt te beschrijven, de omstandigheden in deze hallen zijn dier-, en voor de consument, mensonterend. Ze worden in te kleine ruimtes gepropt die meer weg hebben van supermarkt vakken dan iets dat voor het leven van een dier geschikt is. De wreedheid die zich in deze productiehallen laat afspelen, is van ongekende omvang. Het is voor mij onbegrijpelijk dat deze wreedheid kan worden geweerd terwijl mensen van een maaltijd genieten is in mijn mening onbegrijpelijk.

Dit is hét moment om te handelen, om onze gewoonten en opvattingen te herzien en om samen te werken aan een wereld waarin het eten van dieren een verouderd idee is. Het is een wereld waarin we kunnen zorgen voor dieren, onze planeet en onszelf, zonder concessies te doen aan smaak of voedingswaarde. Laten we deze verandering aangaan en de weg effenen voor een vegetarische toekomst. Samen kunnen we een wereld creëren waarin het eten van dieren wordt vervangen door een ethischer en duurzamer alternatief, dat recht doet aan onze waarden en ons streven naar een betere toekomst voor alle levende wezens.

Vlees is een bron van voedingsstoffen, zoals ijzer, vitamines, hoogwaardige eiwitten en heeft het een grote rol gespeeld als voeding voor de mensheid gedurende duizend jaar. Ook het voortzetten van de vleesindustrie wordt als essentieel gezien om de voedingsbehoeften van de wereldbevolking te bevorderen, daarbij met name diverse gebieden waar vlees een belangrijke voedingsbron is. Een ander populair arrangement is dat de vleesindustrie werkgelegenheid biedt voor veel mensen over de hele wereld en dat het zorgt voor economische groei in deze gebieden.
Ondanks dat vlees verscheidene voedingsstoffen bevat, zijn er verschillende alternatieven die een vergelijkbare voedingswaarde kunnen bieden, zonder de nadelige milieu-impact met zich mee te brengen. Plantaardige eiwitbronnen zoals, noten en linzen bevatten veel eiwitten en weinig verzadigd vet. Het stoppen van de vleesconsumptie en het doorzetten van diervriendelijke en bovendien duurzame landbouwpraktijken zal een druk op het milieu verminderen. Het vlees vervangen zal geen lastige klus worden, op dit moment bestaan er genoeg alternatieven om aan iedereen tegemoet te komen en worden er nieuwe technologieën uitgevonden zoals kweekvlees. Met een stijgende vraag naar een beter alternatief, zal deze industrie ook groeien en zo het verloren werk opvangen, van gigantisch banenverlies hoeft er geen sprake te zijn. Deze keuzes zullen een diervriendelijker, gezonder en duurzamer alternatief voor vlees bieden, het is naar mijn mening mogelijk om te stoppen met het eten van vlees en verder te gaan met betere alternatieven.

Het blijft voor mij hoogst opmerkelijk dat in onze moderne tijd, waarin we streven naar hygiëne, gezondheid en technologische vooruitgang, het toch zeer ironisch is dat we geregeld dezelfde eetgewoonten hanteren als de mensen van de middeleeuwen. Niet in de tafelmanieren, maar waar het vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd. Het blijft voor mij onbegrijpelijk dat deze praktijken, die zoveel impact hebben op het klimaat en het onafgebroken dierenleed, zo gemakkelijk worden goed gepraat aan de etenstafel. Het is hoog tijd dat we een doorslaggevende keuze maken en vleesproducten totaal van tafel halen. 

Stephan van der Linden

De GOP primaries

Even een korte duiding op het eerste debat van de Republiekeinse primaries in de Verenigde Staten. Alhoewel Donald Trump om tactisch begrijpelijke redenen besloot zich afzijdig te houden, domineerde hij op twee manieren de “inhoud” van het debat. Niet alleen werd elke kandidaat gevraagd of men de voormalig president zou steunen, ook konden we zien hoe een tweede generatie Trumpist eruit ziet, in de persoon van Vivek Ramaswami. Hieronder een korte schets van de meest geslaagde optredens van dit debat.

Wie zich anno 2016/17 nog afvroeg wat voor type politici de Trump-beweging zou voortbrengen, hoeft niet verder te kijken dan Ramaswami. Zoals Chris Christie terecht opmerkte is de man niks als een chat GPT-bot die puur wordt geleid door het script ‘Donald Trump’s greatest hits’. In de eerste helft deed hij het goed door zich te onderscheiden van de andere kandidaten, alhoewel hij dit vooral deed door een nog grotere clown neer te zetten dan de concurrentie. Los van de feitelijke juistheid van zijn extreme standpunten rondom isolationisme en samenzweringen rond het bevooroordeelde rechtssysteem, slaagde hij er in elk geval in om zichzelf op de kaart te zetten. In de tweede helft van het debat was hij echter vooral de boksbal van Christie, Haley en Pence. Al met al heeft deze vreemde vogel zichzelf in ieder geval in de schijnwerpers gezet. En dat is dezer dagen al de helft van de strijd.

Ron DeSantis liet maar weer eens blijken dat de Biden-strategie in 2020, menselijk contact vermijden, hem ook wel past. Elke keer opnieuw als die man mediaal zijn mond roert of een scherpe comeback tracht te maken realiseer ik me weer dat deze kandidaat nooit president kan worden. President Calvin Coolidge, die een heel diner met belangrijke gezanten bijwoonde zonder meer dan twee woorden te zeggen had betere sociale vaardigheden dan deze DeSantis. Hij heeft uiteraard de wind mee vanwege zijn – in de ogen van de ‘MAGA crowd’ – succes in Florida, maar als het op armpje drukken tussen hem en Trump aankomt, laat laatstgenoemde bar weinig van hem over.

Chris Christie, Soprano-lookalike pur sang, en voormalig gouverneur van New Jersey, liet zich weer van zijn beste kant zien. Ondanks dat hij uitgeloeid werd door een groot gedeelte van het publiek, bleef hij onbewogen in zijn kritiek op Trump’s gedrag als president en viel hij Trump’s proxy Vivek stevig aan. Christie was ook in 2016 al een kamikazekandidaat met één strategie: “mijn campagne mag dan kansloos zijn, maar ik neem in elk geval één van jullie met me mee”. In 2016 was zijn slachtoffer Marco Rubio, misschien dat het dit keer Ramaswami of DeSantis wordt. Maar wat betreft zijn kansen moeten we sceptisch blijven, zeker omdat hij zich profileert als criticus van Donald Trump, en die laatste heeft nog altijd de partij stevig in zijn greep.

Een andere dynamische kandidaat was Nikki Haley, die vooral buitenlands beleid als haar meest profilerende kwaliteit koos. Naast gouverneur van South-Carolina was ze natuurlijk ook de vertegenwoordiger van de VS bij de Verenigde Naties. De ‘verschroeide aarde herstructureringen’ van buitenlandse zaken uit het Trump/Ramaswami kamp vallen slecht bij zulke foreign policy veteranen. Al helemaal wanneer het gepaard gaat met suggesties voor het terugdringen van steun voor Israel, wat zowel bij democraten als republikeinen een heikel puntje blijft. Het was dan ook niet raar dat Haley zich vooral richt op het rücksichtloos terugdringen van Amerikaanse militaire invloed in het buitenland zoals de isolationisten dat voorstaan. Het Trumpiaans isolationisme is enorm gestegen in populariteit over de afgelopen jaren, dus als we nog wat hoop willen houden voor conflicten zoals die in Oekraïne moeten we hopen dat stemmen zoals die van Haley de strijd winnen.

Dit soort debatten aan het begin van de primaries zijn doorgaans inhoudelijk niet zo interessant, al was het maar omdat alle kandidaten allemaal hun zegje mogen doen. Dat was ook nu het geval. Toch gaf dit debat een goed beeld van de huidige verdelingen in de grand old party. Vooral stuitend, maar niet verbazend, is de enorme voorzichtigheid waarmee de kandidaten olifant in de kamer Trump behandelen. Het laat zien dat de republikeinen de consequenties zullen moeten aanvaarden van het pact dat ze met de duivel gesloten hebben in 2016. Wat dat betreft kan ik weinig sympathie opbrengen voor de conservatieven van Amerika.

Jesse Jacobs

Hoofdredacteur DeJongeLiberaal 2023

De teerling is geworpen

Laat ik er niet omheen draaien. Ik heb er even serieus over getwijfeld, om mij kandidaat te stellen voor het leiderschap van de VVD. En om legitieme redenen dunkt mij.
Het is immers geen kattenpis om stelselmatig en op ronduit laakbare wijze gepasseerd te worden voor zo ongeveer elke relevante bestuurlijke functie die zich in dit land aandient. Mag die overgewaardeerde Omtzigt wel lopen miauwen dat hij zo sneu is, maar mijn ‘functie elders’ is al veel langer bestuurlijke usance binnen het politieke kartel dat ons land al zo lang in gijzeling houdt. En dit verzin ik niet waarde lezer. Dit is een onweerlegbaar feit! Hoe kan het anders bestaan dat iemand van mijn statuur, eruditie, bindend vermogen en bestuurlijk ponteneur, gedurende afgelopen anderhalf (!) decennium niet één maal werd gepolst om het door Rutte c.s. zo bezoedelde neoliberalisme het eerherstel te geven dat het verdient?

En denk nu niet dat men geen weet had van mijn professioneel bestaan en onvolprezen leidersprofiel. Daarvoor begaf ik mij te vaak en te pregnant in het publieke oog. Zo heb ik in De Jonge Liberaal – om onnavolgbare redenen een van de huisorganen van het liberale smaldeel – regelmatig en zonder meel in de mond mijn verfrissende visie gegeven op ‘s lands politieke reilen en zeilen. Altijd eerlijk, altijd genuanceerd en altijd ter zake doende. Maar ook binnen uw gelederen jonge liberalen, is de jaloerse angst voor mijn politieke omnipotentie volop voelbaar. Zo presteerde de bleke bitterbal die zich uw hoofdredacteur noemt het om mijn kandidatuur ‘weinig kansrijk’ te noemen, de snakker. En dat deed hij dan ook nog middels een laffe app, aan de rand van een zwembad, vanuit een vakantieoord ergens in Griekenland, niet ver van het buitenverblijf der Oranjes naar verluidt. Nou pleeg ik niet te wijken voor zwakzinnige zever van de eerste de beste bierbuik met aantoonbare hersenverweking, ongetwijfeld ook nog eens gehuld in slecht zittende lubberzwembroek met dubieus vrolijke opdruk. Integendeel, ik heb voor hetere vuren gestaan.

Maar laten wij uw tijd, en bovenal de mijne, niet verdoen aan gemakzuchtig gezwets van onbenullige souvlaki schrokkende charlatans, die door een volstrekt gebrek aan gewicht naar de redactionele oppervlakte van dit blaadje kwamen dobberen. Dat leidt slechts tot maagzuur en winderigheid. Terug naar des poedels kern. Wat de VVD, de Nederlanders, de Nederlanden en de Westerse wereld nu meer dan ooit nodig hebben is een innemend en inspirerend leider die een veelkleurige coalitie op de rails houdt, de Europese driftkikkers in de kruiwagen, de expansionistische dictators koest en de hoogbejaarde Amerikaanse presidenten bij de les. Daar, geachte lezer, is het zoeken naar.

Aangezien u mij kent als een evenwichtig en intelligent persoon, die nimmer over één nacht ijs zal gaan en die een gezonde afkeer koestert jegens narcistische borstklopperij, heb ik mij diepgaand de vraag gesteld of zich vanuit genoemd profiel betere kandidaten aandienen dan schrijver dezes. Ik moest deze vraag, ook na veelvuldig heroverwegen, echter in volle objectiviteit ontkennend beantwoorden. Daar helpt geen lief moedertje aan. Vandaar dat ik mij hierbij in vol altruïsme formeel bereid verklaar om de vluchtend premier, die dit ooit roemruchte polderland liet wegglijden tot de drassige paddenpoel, hedenochtend parlementair nog zo eloquent geschetst door geachte afgevaardigde Baudet, per direct op te volgen. Waarvan akte!

Alea lacta. De teerling is geworpen. Laat het verkiezingscircus een aanvang nemen. Liberalen van Nederland, recht de rug, vreest niet, hef het hoofd en weest gerust: Mr. Drs. Rupert van Riel kent zijn verantwoordelijkheid en is bereid de liberale kieslijst met onverdunde geestdrift en elan aan te voeren.       


Mr. Drs. Rupert van Riel,
Liberaal in ruste

Nederland Rutteland?

Nu het kabinet gevallen is en nieuwe verkiezingen op de agenda staan voor november stelt liberaal Nederland zich de vraag wie het gezicht wordt van de partij die nu al vier kabinetten lang aan het roer stond. Of je Mark Rutte nou als typische liberaal ziet, of dat onder zijn leiderschap te veel water bij de wijn is gedaan, feit is dat hij in een gepolariseerd land de boel effectief bij elkaar heeft gehouden én tegelijkertijd één van de meest succesvolle centrumrechtse politici in het Europese continent werd. Wat ook je oordeel over dertien jaar Rutte is, zijn opvolger heeft grote schoenen te vullen. En wie die opvolger dan gaat zijn, is een vraag die zowel de partij als de oppositie zich dezer dagen stelt. Schippers, Yesilgus, halen we Dijkhof terug naar Den Haag, durven we het aan met young talent Breukelmans of…

We gaan het meemaken. Voor dit stukje had ik echter een iets andere benadering gekozen, namelijk welke routes Rutte zou kunnen kiezen, nadat hij zijn kabinet demissionair had verklaard. En dit dan vanuit zowel het landsbelang als vanuit diens persoonlijke talenten.

Ik zag hiertoe, toen ik dit stukje voorbereidde, grofweg twee richtingen. De eerste, waar velen natuurlijk al jaren over speculeren, is dat Rutte soepel invoegt op een baantje bij internationale instituties zoals EU of NAVO. Vanuit Nederland heeft de man natuurlijk volop gefunctioneerd als enthousiaste cheerleader voor Europese samenwerking en prominent gezicht voor de internationale steun aan Oekraïne. Direct na het aftreden van zijn kabinet kwam er een telefoontje uit Kiev van president Zelensky, waarin deze zijn steun betuigde. In andere woorden, vanuit naamsbekendheid en het belang van korte lijntjes bezien, is het van belang om iemand van de statuur Rutte in een sturende positie van zo’n internationale institutie te hebben. Een positie als voorzitter van de Europese raad of secretaris-generaal van de NAVO is verre van onlogisch.

De tweede optie die ik vroeg in de ochtend, nét voor Rutte’s besluit tot aftreden zag, is die waar de VVD, al was het uit pijnlijke kandidaat-armoede, hoogstwaarschijnlijk voor zou zijn gegaan is gewoon weer Rutte als lijstrekker. Echter, terwijl ik dit schrijf houdt de heer Rutte de eer aan zichzelf en stapt (samen met enkele prominente CDA’ers) uit de politiek, daarmee deze optie definitief van tafel vegend.

En ook al behoor ook ik tot de liberalen die het na dertien jaar Rutte wel welletjes vond, toch wil ik mijn waardering en respect uitspreken over deze langstzittende premier van Nederland. Hij heeft fouten gemaakt ja. Hij heeft soms de grenzen van de geloofwaardigheid overschreden ja. Maar hij heeft het nodige voor elkaar gebokst. En hij heeft zich op cruciale momenten de premier getoond van alle Nederlanders. Bovendien, zoals veelvuldig geconstateerd door diplomaten en Europese functionarissen, is Rutte een cruciale spil (geweest) in de EU én een natuurlijk ‘postillon d’amour’ tussen politieke top dogs als Macron, Sunak en Biden.

Natuurlijk wordt deze statuur geholpen door de Merkelachtige hoeveelheid dienstjaren, maar bovenal doordat hij proactief, empathisch en met een gezond en praktisch opportunisme de ‘go to’ bemiddelaar bleek tussen schurende geopolitieke machtsblokken. Kom er maar eens om zou ik zeggen.

Al met al denk ik dat Nederland Mark Rutte nog zal gaan missen. En uiteraard, zoals ik al zei, is er onderweg best wat verkeerd gelopen. En als liberaal heeft het ook mij af en toe gestoord, hoeveel water er bij de liberale wijn ging; wat wil je in een coalitieland. Maar tegelijkertijd laten vier kabinetten Rutte een land na dat bovenaan de World Index-lijst van levenskwaliteit prijkt en zijn we het vijfde meest gelukkige land in de wereld.

En terwijl ik dit schrijf hoor ik politieke opponenten als Esther Ouwehand van de PvdD briesen over de welhaast criminele wijze waarop Rutte dit land stelselmatig heeft misleid en in de afgrond geduwd. Maar dat bedenkelijk soort van politiek opportunisme mag objectief worden gerekend tot de even voorspelbare als treurigstemmende categorie van armetierige nonsens.

Dus, ook al heb je uitgelegd dat je de politiek vaarwel zegt Mark, ik hoop van harte dat we je terug gaan zien in de internationale politieke arena. We hebben je daar nodig. Vanuit de redactie van dit weblog wil ik je van harte danken voor je onuitputtelijke enthousiasme, inzet én resultaten!  

Gave premier!

Jesse Jacobs

Hoofdredacteur DeJongeLiberaal

De liberale visie op MKB verduurzaming

MKB-bedrijven vormen de dynamische motor van onze economie en spelen een cruciale rol in het bevorderen van innovatie, werkgelegenheid en economische groei. In dit opiniestuk benadrukken we het belang van duurzaamheid voor MKB-bedrijven vanuit een rechtse politieke visie en pleiten we voor overheidsbeleid dat het individuele ondernemingsvrijheid niet belemmert en de vrije markt stimuleert.

De economische voordelen van duurzaamheid voor MKB-bedrijven

Duurzaamheid biedt niet alleen milieuvoordelen, maar ook aanzienlijke economische kansen voor MKB-bedrijven. Door het implementeren van duurzame praktijken en het benutten van groene technologieën, kunnen zij hun concurrentiepositie versterken, kosten verlagen en nieuwe markten betreden. Dit leidt tot een gezonde groei van de onderneming en bevordert welvaart en zelfredzaamheid.

Het belang van markt gedreven duurzaamheid

In plaats van overheidsinterventie in de vorm van regulering, moeten we duurzaamheid stimuleren via de kracht van de vrije markt. Door fiscale prikkels en deregulering kunnen MKB-bedrijven autonome beslissingen nemen op basis van economische efficiëntie en klantvraag. Dit bevordert concurrentie, innovatie en ondernemerschap, en resulteert uiteindelijk in duurzamere oplossingen die aansluiten bij de behoeften van de markt.

Het bevorderen van private investeringen in de duurzaamheid, door zo MKB-bedrijven te ondersteunen bij het verduurzamingsproces. Dit kan worden bereikt door het bieden van belastingvoordelen, het stimuleren van groene financiële instrumenten en het bevorderen van samenwerking tussen bedrijven en investeerders. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door een online platform op te zetten waar bedrijven hun financieringsbehoeften kunnen presenteren en investeerders makkelijk toegang kunnen geven tot investeringsmogelijkheden. Het is het bedoeling dat dit platform een efficiënte manier biedt om potentiële partners bij elkaar te brengen en voor een gestroomlijnde interactie tussen bedrijven en investeerders. Op die manier kunnen MKB-bedrijven profiteren van kapitaalinjecties en technologische expertise om hun duurzaamheidsinspanningen te versnellen.

Bevordering van individuele verantwoordelijkheid en innovatie

Een liberale politieke visie benadrukt het belang van individuele verantwoordelijkheid en innovatie. MKB-bedrijven moeten worden aangemoedigd om zelfstandig duurzame oplossingen te ontwikkelen, in lijn met hun eigen zakelijke behoeften en waarden. Door het bevorderen van ondernemerschap, het beschermen van eigendomsrechten en het stimuleren van competitie, kunnen we een vruchtbare omgeving creëren waarin duurzaamheid gedijt.

In conclusie, het versterken van duurzaamheid binnen MKB-bedrijven is een kernwaarde van modern liberaal politiek. Door de vrije markt te omarmen, individuele ondernemingsvrijheid te waarborgen en private investeringen te faciliteren, kunnen we een krachtige impuls geven aan duurzaamheid. Laten we streven naar een welvarende toekomst waarin MKB-bedrijven gedijen als duurzame pioniers en zo bijdragen aan een betere wereld voor ons allemaal.

Geschreven vanuit persoonlijke titel

Stephan van der Linden

JOVD Groningen

Donald Trump arraignment

Opnieuw verkeert de voormalig Amerikaanse president zich in een lastig juridisch parket. Waar het de vorige keer draaide om de zogeheten ‘’Mar-a-lago raid’’, waar Trump weigerde om geclassificeerde documenten over te dragen, draait het nu om een ouder en bekender verhaal; Stormy Daniels. Trump zijn ‘arraignment’ is inmiddels geweest, wat betekent dat de aanklachten zijn voorgelezen en een jury heeft daarvoor al beoordeeld heeft dat de zaak waardig is om vervolgd te worden. Een gedeelte van het onderzoek is dus ook al gedaan. Wat zijn de aanklachten precies? Kunnen we verwachten dat dit dan eindelijk een einde gaat maken aan de chaotische politieke carrière van Donald Trump, of is dit het zoveelste schandaal waarvan we weten dat zijn achterban er toch niks om gaat geven? De aanklacht, zoals hij nu staat, komt met een ambitieuze bewijslast aan de kant van de openbare aanklager en een rechtszaak die nergens naartoe gaat dient er alleen maar toe om Trump aanhangers te bevestigen in hun ideeën over de Amerikaanse bananenrepubliek. Om de kansen van de aanklager in te schatten, gaan we kijken naar de aanklachten zelf en wat voor bewijs nodig zou zijn voor een succesvolle veroordeling.  

Donald Trump is inmiddels terug in Miami, wat betekent dat in bewaring gebracht worden niet noodzakelijk was voor de rechtbank van New York. Hij pleit zijn onschuld en claimed dat de 34 aanklachten deel uit maken van een heksenjacht. Van deze verzameling aan aanklachten, gaat de belangrijkste over het zwijggeld dat hij betaald heeft aan pornoster Stormy Daniels. Voormalig advocaat van Trump, Michael Cohen heeft al toegegeven in de rechtbank dat hij namens Trump deze betaling heeft gedaan. Naast dat dit problematisch is met betrekking tot de regels van de Federal Election Comitee, aangezien Trump hiermee een verhaal afkoopt om zijn campagne te beschermen, maar het afbetalen van het Stormy Daniels verhaal was ook onjuist opgegeven als een juridische uitgave. Dit betekent dat de verkiezingswet overtreden is in combinatie met een intentionele boekhoudingsfout.

Beide wetsoverschrijdingen zijn op zichzelf niet bijzonder zwaarwegend, de boekhoudingsfout is bijvoorbeeld een vorm van fraude van het laagste niveau en inmiddels ook al verjaart vanwege de statue of limitations. Het probleem begint wanner de ene overtreding gekoppeld kan worden aan de andere als een conspiracy, dit betekent dat het verkeerd opgeven van de uitgave gebruikt is met oogmerk op het overtreden van de verkiezingswet. Wat op zichzelf klasse A overtredingen waren, de laagste categorie in het Amerikaanse wetssysteem, kan een klasse E misdrijf worden als de aanklagers kunnen bewijzen dat het verkeerd opgeven van de uitgave bedoeld om een tweede misdaad te faciliteren, namelijk de overtreding van de verkiezingswet. Oftewel, we zouden een sprong maken van een relatief zwaarwegende overtreding naar een relatief licht misdrijf.

De openbare aanklagers van de staat New York hebben zich met deze specifieke aanklacht een lastige bewijslast op de hals gehaald. Het gaat in de formele zin eigenlijk al de mist in, geelt op het feit dat de aanklacht een federale misdaad is, aangezien alleen de federale rechter over het opgeven van uitgaves en campagne financiën gaat. Hierdoor kan het aanklagerskantoor in New York erop rekenen dat hun jurisdictie in twijfel getrokken worden.

Naast de materiële en formele feiten van de zaak, is er ook het meer sociale probleem van de schijn die deze zaak oplevert. De gemiddelde Trump aanhanger gelooft al dat de Verenigde Staten een bananenrepubliek is, die schijn wordt nog meer gevoed door de enorme vertraging die achter deze rechtszaak heeft gezeten. De feiten rondom Trump zijn betalingen en het verkeerd opgeven daarvan, zijn al een aantal jaren bekend, waardoor er een beeld gevormd zou kunnen worden van dat dit achtergehouden is om Trump zijn kandidaatstelling tegen te houden. Dat het een beetje vreemd is dat dit dan niet voor de 2020 verkiezingen naar voren gehaald is, dat zal de gemiddelde Trump NFT card carrying republikein worst wezen. In andere woorden, wat de publieke opinie betreft, staan de aanklagers in een vervaarlijke positie.

Terwijl ik dit schrijf is de beste man inmiddels ook veroordeeld, in een civiele rechtszaak, voor aanranding en smaad met betrekking tot schrijfster E. Jean Caroll. Natuurlijk is dit niet gerelateerd aan de eerder beschreven aanklacht, maar het blijkt maar weer dat als het om Donald Trump gaat, het vrijwel onmogelijk is om de actualiteit voor te blijven. Inmiddels hebben verscheidene grote namen binnen de GOP zich als tegenkandidaten opgesteld, gaan dergelijke aanklachten en convicties een belangrijke aanval op de oud-president vormen? We gaan het zien.

Jesse Jacobs

Hoofdredacteur DeJongeLiberaal 2022-23

Bestuurlijke nivellering?


Heel begrijpelijk dat toute la journaille zich afgelopen dagen opwond over de implicaties van de BBB-
victorie voor senaat en coalitie. Ook De Jonge Liberaal voegde zich met het artikeltje van gisteren min
of meer in die traditie. Maar wij zouden de vele bestuurskundigen in onze achterban te kort doen als
we daarnaast niet even stil staan bij de bestuursrechtelijke kant van een en ander. Sterker, je vraagt
je af waarom andere media die invalshoek zo goed als onbesproken laten.


Nederland kent net als de meeste andere landen een bestuurlijke cascade, waarin Den Haag de
wetten maakt, die door de lagere overheden braaf worden nageleefd. In die zin, geen stikstofvuiltje
aan de lucht. Maar Nederland zou Nederland niet zijn als wij die heldere hiërarchie niet zouden
hebben gedemocratiseerd, of eigenlijk genivelleerd. Wij geloven nou eenmaal in breed gedeelde
verantwoordelijkheden, waarin niemand de echte eigenaar lijkt van een probleem. Zelfs
ingewikkelde vraagstukken als het stikstofprobleem liggen hierdoor niet slechts op het bordje van de
landelijke overheid, die daar in haar up ook al niet uitkomt overigens. Nee, wij hebben die
verantwoordelijkheden mede belegd bij lokale en in dit dossier vooral provinciale overheden. Want
gedeelde smart is halve smart niet waar? Bovendien, was de niet onlogische gedachte, dat je op die
manier het rijksdenken kon verrijken met het opgetelde intellect van provincies, gemeenten en
waterschappen. Ook iets voor te zeggen.


Maar die bestuurlijke nivellering gaat nu dus wringen. Vooral in het stikstofdossier, waarin veel
provincies meer empathie hebben voor “hun” boeren, dan voor de lijstjes- en jaartalfetisjisten aan
het verre Binnenhof. Het rijk kan, als het landsbelang dat vraagt, nog steeds machtswoorden spreken
en die verankeren in dwingende wetgeving natuurlijk. Maar daar lijkt dat rijk weinig trek in te
hebben. Dus beroepen ze zich op de broodnodige visie en stellingname van de provincies. Maar ja,
zoals we in het vorige artikel al memoreerden, lijken die provinciale besturen dichter bij de club van
Caroline te staan dan bij die van Mark. Hier dreigt een perfecte Catch 22, een recept voor stilstaand
water. En we weten hoe dat gaat ruiken.


Daarmee staat bestuurlijk Nederland aan de vooravond van een interessant bestuurlijk vraagstuk.
Legt het kabinet alsnog een heldere stikstofroute op tafel (waarvan tot heden weinig sprake lijkt) en
loodst deze door het parlement als afdwingbare wetgeving? Of houdt het kabinet vast aan het
democratische poldermodel en deelt deze hete aardappel goedmoedig met de provincies?


Op het eerste gezicht zou je zeggen dat het eerste scenario het gewenste is: niet zeuren, maar
doorpakken en afdwingen. Maar tegelijkertijd weten wij dat dwingende wetgeving in
maatschappelijk gevoelige dossiers, doorgaans niet lekker uitpakt. Daar weet Emanuel Macron nu
weer alles van. Maar wellicht ziet slangenmens Rutte juist hier de enige escape uit het politieke
doolhof: volle ruimte aan de provinciebesturen, die daarmee een politieke hekgolf creëren waar
CDA, VVD en waarschijnlijk ook CU heimelijk het meest naar verlangen. Om dan vanaf de kant toe te
kijken of en hoe de D66-bloedgroep in het kabinet in deze golf het hoofd boven water houdt. Het
blijft allemaal reuzespannend. Zowel politiek als bestuurlijk.

Jesse Jacobs

Hoofdredacteur DeJongeLiberaal 2023

Korte duiding over de verkiezingen

Over politieke ego’s en kreupele stokpaardjes
De provinciale en senaatsverkiezingen bleken een aardverschuiving op polderformaat waar nog lang over doorgepraat zal worden, maar toonden denk ik twee centrale ontwikkelingen. Enerzijds heeft het beleid van de huidige coalitie nog de steun van een bescheiden kiezersmeerderheid. Anderzijds lijkt het er op dat het vertrouwen in diezelfde regering een enorme electorale oplawaai heeft gekregen. En aangezien het stikstofdossier een dominante rol speelde in het recente verkiezingsspektakel, zou je zeggen dat het regeerakkoord wel opengebroken moet worden.
Want ga maar na: Het CDA vond het hele akkoord vanaf dag één al helemaal niks, maar had als juniorpartner (..) weinig in de melk te brokkelen. Bovendien had Wopke een ander cv voor ogen dan een geluidloze afgang via de achterdeur. Het CU-smaldeel, dat eveneens een aardige boerenachterban heeft, werd ook niet enthousiast van het stikstofgedoe, maar kon de ogen niet sluiten voor het klimaatbelang. Het blijven aandoenlijk integere mensen daar bij de CU. En de VVD, eveneens goed vertegenwoordigd in het agrarisch kiezersdomein? Die gruwelde minstens zo hard als het CDA. Maar ja, de liberalen liepen stevig aan de leiband van Rutte, die zijn linker- en rechterpink zou opofferen om zijn regeerrecord voor de verre toekomst veilig te stellen. Vandaar dat (met name de rechterflanken van de oppositie) deze regering bestempelt als het eerste kabinet Kaag. Per slot van rekening was haar partij de enige die helemaal opgewonden werd van de in het regeerakkoord vastgelegde stikstofdoelen en jaartallen.

De indrukwekkende BBB-overwinning mag daarmee dan ook wel gelden als een geslaagde broodroof uit het broodtrommeltje van drie van de vier coalitiepartijen. Het BBB-programma lijkt niet voor niets op een handige blend van CDA, VVD en CU. En precies daarom zien wij dat de meeste CDA- en VVD-bestuurders in de provincies nu al roepen dat het 2030-fetisjisme van D66 niet realistisch is. Dat vonden ze namelijk altijd al. Wie weet wat er gebeurd was als ze dat vóór de verkiezingen hadden geroepen…

Waarmee alle blikken weer gericht zijn op Kaag c.s. Want waarom zou D66 ijzerenhieinig vasthouden aan 2030 als vandaag al bosjes boeren bereid zijn zich uit te laten kopen? Als je daar nu mee aan de slag gaat, is die 2030 makkelijker te halen dan wanneer je van dat jaartal een politieke fetisj maakt, die zo maar leidt tot de val van de coalitie, nieuwe verkiezingen en enorme vertragingen in het stikstofdossier.

Het D66 van wijlen Hans van Mierlo zou het wel weten: kijk de nieuwe realiteit vol in de ogen, stap af van domme stokpaardjes en kies voor de verstandigste route naar het gewenste doel. Maar iets zegt mij dat het huidige D66 ietsje anders in de wedstrijd zit dan haar oprichter ooit voor ogen had. Als D66 verhardt in haar knappe onderhandelingsresultaat en een jaartal tot niet onderhandelbaar doel stelt, zijn zowel het kabinet als het klimaatbeleid verloren. Daar helpt geen Johan Remkes meer aan.


Jesse Jacobs

Hoofdredacteur DeJongeLiberaal 2023

Trainingsbroeken op straat: de teloorgang van stijl en fatsoen

Het dragen van trainingsbroeken op straat: het lijkt onschuldig, maar in werkelijkheid is het een teken van een groter probleem. Het dragen van deze broeken gaat gepaard met een gebrek aan zelfrespect en zelfbeheersing. De mensen die ervoor kiezen om zich op straat te vertonen in deze broeken tonen weinig respect voor de mensen om hen heen en voor zichzelf. Het is een symptoom van de groeiende cultuur van luiheid en gebrek aan motivatie in onze samenleving.

Als je tegenwoordig over straat loopt lijkt het erop dat de trainingsbroek is uitgegroeid tot een soort nationale outfit. Waar we vroeger ons best deden om er enigszins fatsoenlijk uit te zien, lijkt de trainingsbroek tegenwoordig een mode-item geworden dat iedereen zomaar kan dragen, ongeacht leeftijd, geslacht of lichaamsvorm. Maar laten we eerlijk zijn, de trainingsbroek is niets meer dan een excuus om niet de moeite te nemen om fatsoenlijk gekleed de deur uit te gaan.

Mensen die op straat lopen in trainingsbroeken zijn niets meer dan luie, onverzorgde wezens die geen enkel gevoel voor stijl of mode hebben. Ze denken dat het dragen van een trainingsbroek hen een casual en relaxte uitstraling geeft, maar in werkelijkheid zien ze eruit als een stel slonzige tieners die net uit bed zijn gerold. Het ergste is dat ze er vaak niet eens de moeite voor nemen om hun trainingsbroek fatsoenlijk te dragen – het ding hangt op hun knieën of heupen, waardoor ze eruitzien alsof ze net uit een worstelwedstrijd zijn gekomen.

Als liberaal ben ik een groot voorstander van vrijheid van kledingkeuze en zelfexpressie. Maar deze vrijheid brengt verantwoordelijkheden met zich mee. We hebben de verantwoordelijkheid om onszelf op een gepaste manier te presenteren, vooral als we ons in openbare ruimtes bevinden. We moeten rekening houden met de mensen om ons heen en hun comfort en welzijn respecteren. Het dragen van trainingsbroeken op straat getuigt van een gebrek aan respect voor anderen en voor de samenleving als geheel.

Daarnaast draagt het dragen van trainingsbroeken bij aan de normalisatie van slonzigheid en luiheid in onze cultuur. Als we deze trend voortzetten, kan het leiden tot een samenleving waarin mensen niet langer streven naar persoonlijke groei en verbetering, maar in plaats daarvan tevreden zijn met het minimum.

Kortom, het dragen van trainingsbroeken op straat is niet alleen een teken van gebrek aan respect en zelfbeheersing, maar het draagt ook bij aan de normalisatie van luiheid en gebrek aan motivatie in onze samenleving. Laten we dus afspreken dat we de trainingsbroek voortaan alleen dragen tijdens het sporten, en dat we ons op alle andere momenten weer fatsoenlijk gaan kleden.

Yaram van Silfhout

Het papieren servet de dood van de tafelmanieren.

Hij was al bekent in de cafés, fastfoodzaken en barretjes, maar het papieren servet lijkt nu ook langzaam in te burgeren in de betere restaurants. U zult misschien denken wat is het probleem? Het punt is dat deze lappen van samengeklonterd houtpulp maken meer kapot dan U lief is. Het mooie linnen servet dat plaats heeft moeten maken voor zijn papieren vriend is niet de enige achteruitgang van de tafelmanieren. Waar voorheen het bestek netjes en opgepoetst op tafel werd gepresenteerd is de huidige gang van zaken dat het bestek en het servet in een papieren visitiekaartjeshouder wordt gepropt. Ook de voorheen mooi wit en gladgestreken tafelkleden zijn nu vervangen door placemats of zijn in hun geheel verdwenen. Kortom al het moois van de gedekte dinertafel verandert langzaam in papier of is überhaupt niet meer terug te vinden.

Maar deze nieuwe eettafelaankleding is nog niks vergeleken met het hernieuwde gedrag van de mensen die aan deze tafels zitten. Of nog beter gezegd het gebrek aan fatsoenlijke tafelmanieren. Het lijk alsof met het verdwijnen van het tafellinnen de mensheid alle tafeletiquette en bijbehorende manieren zijn verleerd. Als ik vandaag de dag in een restaurant om mij heen kijk, lijkt het als we terug zijn gezakt naar onze oermens achtige eetgewoonten. Je ziet mensen met hun handen en voeten eten en hun bestek aflikken. Afschuwelijk zijn ook de handen en armen die onder de tafel horen te verblijven. Zij worden vervangen door ellenbogen en telefoons die zich over de tafel bewegen alsof het een speeltafel voor kleuters betreft. Tegenwoordig lijkt een avond uit eten meer op een dagje dierentuin dan fijn dineren.

Waarom gedragen mensen zich zo in een restaurant? Ik dacht altijd, dat net als, ik iedereen bij de opvoeding, je ouders of desnoods je au pair de etiquette en gedragsmanieren van een goede heer of dame werd bijgebracht. Tot dat mij laatst verteld werd dat deze basis van beschaving niet bijgebracht wordt in alle niveaus van onze samenleving. Er zijn blijkbaar families waarbij de eetgewoontes zijn beperkt tot een beestachtige norm. Waar eten met enkel één vork en prakken de norm is. Nou zou men kunnen stellen dat in een liberaal en vrij land het iedereen vrij staat om te eten, zoals hij of zij dat wil. Ook als dat dat er uit ziet alsof het voedertijd is bij de varkens. Maar u zou ook kunnen stellen dat vrijheid ophoudt, waar die van een ander begint. Als bijvoorbeeld bij deze gewoonten, de etenslust en tot in zekere zin, de wil om te leven van de mensen om hen heen wordt ontnomen.

Ik pleit er dan ook voor om deze ongemanierde mensen weer terug te sturen naar de snackbars en vreetschuren waar zij thuishoren. In de hoop dat de beschaving en misschien ooit het linnen servet weer terug keert naar de dinertafel.

Yaram van Silfhout

De populisme naar incompetentie pijplijn

Gelukkig nieuwjaar beste liberalen, De Jonge Liberaal heeft ook dit jaar weer zin in het voortzetten van onze verslaggeving en het verdedigen van de liberale zaak. En wat is er nou een beter pleidooi voor de liberale democratie dan het constante falen van populistische bewegingen over de hele wereld. Kijkend naar het debacle in het Amerikaanse huis van afgevaardigden, kan ik alleen maar denken aan Fukuyama’s End of History, waar de modernistische filosoof uitlegt hoe het liberalisme de strijd van ideeën gewonnen heeft. Fukuyama heeft dan misschien iets te snel de overwinning van liberalisme verklaard, in de idealistische zin, maar in de wedstrijd van competentie laat liberalisme elke populistische beweging, links of rechts, ver achter zich. Wat zich nu afgespeeld heeft in de ene helft van het Amerikaanse congres is daar een duidelijk teken van.

Kevin McCarthy, nu eindelijk na vier dagen verkozen tot ‘speaker of the house’, heeft persoonlijk meegemaakt wat voor effect populisme heeft op de algemene competentie en professionaliteit van zijn collega ‘s. Zelfs de steun van de grote leider Donald Trump was niet genoeg om McCarthy te beschermen tegen de arrogantie en het gebrek aan fatsoen van zijn mede-republikeinen. Sterker nog, het werd op een gegeven moment zo schizofreen dat de tegenstanders van McCarthy, binnen de partij, Donald Trump zelf nomineerden als speaker of the house. Het was voor het eerst sinds honderd jaar dat een partij die de meerderheid had in het huis van afgevaardigden, meer dan één stemronde nodig had om hun kandidaat voor spreker verkozen te krijgen. Vijftien stemrondes waren nodig om Kevin McCarthy te verkiezen, niet omdat er een principieel verschil bestond op de Trump steunende kant van de Republikeinse afgevaardigden, maar enkel omdat figuren zoals Gaetz en Boebert betere posities in de commissies van het huis wouden. Deze onenigheid liep zo de spuigaten uit dat het bijna op handgemeen aankwam tussen McCarthy en Gaetz, een ‘bijna-confrontatie’ die niet onder deed voor de gemiddelde voetbalwedstrijd.

Los van hoe komisch de situatie geworden is, creëert de disfunctionaliteit van de Republikeinse kant van het huis van afgevaardigden ook bepaalde risico’s. Het huis van afgevaardigden heeft de taak om federale wetgeving te behandelen en om er over te stemmen, als een zogeheten ‘Bill’ door het huis komt, dan gaat het naar de senaat en vervolgens naar de president. Een zo’n belangrijke legislatieve actie is het verhogen van het schulden-plafond van de Amerikaanse schatkist. Dit jaar bereikt de ‘U.S. Treasury’ al de limiet van $31,4 triljoen, als deze bovengrens niet verhoogd wordt, dan kan dat het financiële armageddon van de Verenigde Staten betekenen. In de geschiedenis is het schulden-plafond wel vaker gebruikt voor politiek gekibbel over budget management, maar uiteindelijk is het altijd opgelost en werd het plafond verhoogt. Waar we nu echter mee zitten, is een Amerikaans huis waar de rechtervleugel verlamt lijkt, zowel qua ideologie als competentie, wat betekent dat we nu niet een eensgezind compromis uit die hoek mogen te verwachten. Het lijkt me sterk dat de democraten, die op het moment wat meer cohesie binnen de partij hebben, tegen het verhogen van het schuld-plafond zouden stemmen. Desalniettemin, baart het investeerders zorgen dat de toegenomen macht van de hardliners in de GOP, het lastiger zou kunnen maken om een compromis te bereiken.


Op het moment dat de ‘burn it all down’ types het overnemen, valt er niks meer te verwachten op het gebied van competentie of fatsoen. Zelfs de minst controversiële beslissingen worden ineens onzeker omdat alles een wapen is in de ogen van de populist. Als iemand die best een aantal van de republikeinse waarden deelt, zie ik het als een doodzonde dat de GOP zo gekaapt is door het opportunisme van rücksichtslose hardliners. Hét verkooppraatje van de Trump beweging was dat ze een ander type bestuurder zouden leveren dan de zogeheten carrière politici. Nu blijkt maar weer dat de niet-carrière politici net zozeer, als niet meer, gedreven worden door hebzucht en arrogantie als diegenen die ze als deel van het ‘moeras’ beschouwen. Misschien is het tijd om maar eens af te stappen van het hele anticarrière politici idee, zeker wanneer we juist mensen nodig hebben die hun taak als bestuurder serieus nemen.

Jesse Jacobs

Hoofdredacteur DeJongeLiberaal 2023

Met hulp van Hidde Smid

Trekker of Tractor?

Het is een vraag die geleerden en wetenschappers al sinds het ontstaan van de mens bezighoudt. Vele academici hebben zich er het hoofd over gebroken, uiteindelijk bleken ontdekkingen als straling, elektriciteit, zwaartekracht en zelfs het universum makkelijker dan de correcte benaming van het stalen ros wat eenzaam de akkers cultiveert om de mens te voeden. Afhankelijk van demografische factoren verschilt het nogal of er tractor of trekker wordt gezegd. Zo zie je in het Randstedelijk gebied dat men nog niet de middelen heeft om van het bestaan van een stalen landbouw ros af te weten. In deze gebieden bijvoorbeeld identificeert men, wanneer gevraagd naar het favoriete aardappelras, het ras als ‘astkokend’ of ‘zachtkokend’. Niet wetende dat er wereldwijd 4000 aardappelrassen bestaan, in plaats van twee uit de fabriek. Tot slot is men in Friesland zo onverstaanbaar dat ik die ook maar even oversla in mijn zoektocht naar het antwoord op het grootste vraagstuk; trekker of tractor?

Laten we ons eerst maar eens even verdiepen in de betekenis van beide woorden.

Als je het woord tractor intypt op google krijg je van Wikipedia de volgende betekenis; ‘Een tractor of trekker is een voertuig dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor gebruik in de landbouw ter vervanging van het paard, maar dat tegenwoordig ook voor andere doeleinden wordt gebruikt.’ Tegenwoordig wordt het inderdaad ook gebruikt als middel om regeringen op andere gedachten te brengen. Maar onder het mom van één bron is geen bron zoeken we verder in het woordenboek. Daar vinden we de betekenis als; ‘Gemotoriseerd voertuig voor het trekken van landbouwmachines, wagens enzovoorts = trekker’.  Het woord tractor is afkomstig uit de Engelse taal, specifiek de Britse variant. In het Britse Engels betekent het woord tractor ook onomstotelijk een landbouwvoertuig als zijnde tractor. De Amerikanen hebben net als de Nederlanders natuurlijk een laag ontwikkelde taal, en noemen daarom een tractor in het Amerikaans iets wat grote trailers voorttrekt. Dit is een gelijke betekenis, zoals de Nederlanders het woord trekker gebruiken. Een trekker was vroeger niet veel meer dan een vrachtwagen. Kort door de bocht genomen is het woord trekker iets dat grote zaken voorttrekt en is een tractor een specifiek landbouwvoertuig dat zowel gebruikt kan worden om graan te oogsten als om het kaf van de koren te scheiden in Den Haag. Dus de juiste benaming zou zijn tractor, maar is dat wel zo?

Als je het woord tractor googelt krijg je als eerste een plaatje van een John Deere te zien, een Amerikaans tractormerk. Dat geeft de indruk dat wij tractor interpreteren als de Amerikanen wat, zoals ik heb eerder heb uitgelegd, hetzelfde is als een trekker in het Nederlands. Een verzamelnaam voor grote dingen trekken… Zoals vaker zet de Nederlandse taal, Nederlanders weg als een volk wat in grotten woont en een onderontwikkelde taal spreekt. De enige oplossing is dus een afschaffing van de Nederlandse taal en een volledige integratie van de Brits Engelse taal in Nederland als lingua franca. Op die manier kunnen we de correcte benaming gebruiken, namelijk tractor. Tot de tractoren Den Haag hiervan hebben overtuigd raad ik je aan, om versprekingen te voorkomen, je te wenden tot de taal van een land die wel aanzien, smaak, cultuur en een ontwikkelde taal heeft; Italië. En zij gebruiken het woord; Trattore.  

Tom Boer

De Jonge Liberaal 2022