De ramp van de wolf

Sinds 2015 is de wolf terug in Nederland, vanaf dat moment is er een constante discussie opgekomen over zijn status in ons land. Sinds de laatste wolf in Nederland, volgens de overleving in 1845 of 1868 is afgeschoten in het Limburgse Schinveld, heeft Nederland niet meer te maken gehad met een wilde wolf. Ondanks deze bewering van Google dat de laatste wolf gedood is in 1845, zijn er afgelopen jaar twee wolven op Nederlands grondgebied afgeschoten. Eén heeft de media gehaald door het aanvallen van boerderijdieren en een Drentse schapenhouder, die hem probeerde te verjagen, en de andere is uit zijn lijden verlost na een aanrijding op een snelweg.

Inmiddels is “Wolf in Nederland” niet alleen onder natuurorganisaties en -verenigingen een vorm van discussie, maar wordt de discussie ook op landelijk en wetenschappelijk niveau gevoerd. Op Europees niveau wordt de strijd al aangevoerd, maar na het overlijden van een pony van de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, leek ze daarmee een bloedvete te hebben geopend op dit voormalig “strikt beschermde” dier binnen Europa. De wolf zorgt voor veel controversie.

De één vindt de wolf een schattig dier en leuk om het in de natuur te bekijken en de ander vindt het een nachtmerrie om te horen dat hij is gesignaleerd. Voorstanders van de wolf wijzen dat de wolf niets kwaad doet en dat het de schuld is van de mens wanneer hij schade veroorzaakt. Volgens deze groep zijn de tegenstanders van de wolf bevooroordeeld door kindersprookjes. De tegenstanders van de wolf wijzen eveneens op de sprookjes terug en beredeneren dat ze wel dergelijk ergens op gebaseerd zijn. Zij wijzen naar eerdere verslagen en getuigenissen in het verleden waarin mensen en vee door wolven zijn aangevallen. De oudste bronnen, waarin wordt beschreven dat wolven mensen aanvallen, dateren uit de Griekse en Romeinse tijd. Naast de klassieke bronnen zijn er ook zeer veel diverse bronnen waarin (kleine) kinderen het slachtoffer werden en dat hondsdolle wolven het op mensen hadden voorzien. De voorstanders van de wolf wuiven al die bronnen als onzin of onder een andere nom weg of negeren dit gegeven bewust. Zij gaan cirkel redeneren dat het de schuld is van de mens of dat het “overdreven” is. Het wegwuiven als “onzin” is duidelijk te zien in het nieuws nadat de boer in Drenthe is aangevallen. Dierenrechtenorganisaties zouden aangiften hebben gedaan tegen het gebeten slachtoffer.

Nu Partij voor de Dieren de wolf aan het ophemelen is, heeft de wolf in Nederland al tonnen aan schade veroorzaakt en ruim 2000 schapen gedood. Er wordt beweerd dat de schade door de wolf geïncasseerd kan worden door middel van toerisme, maar toeristenorganisaties durven dit optie niet aan te pakken door de reacties van experts, waarbij de wolf minder mensenschuw kan worden en een prominent risico kan vormen. De voorzitter van het Nationaalpark De Hoge Veluwe (Seger Baron van Voorst tot Voorst), de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en Boerenorganisaties als LTO hebben meervoudig aangegeven dat de wolf niet meer thuishoort op het Nederlandse terrein. Een wolf kan ook desastreuze gevolgen hebben voor de natuur. Doordat één wolf een predatiegebied van minimaal 100 á 200 km2 nodig heeft. Bij een te kort in oppervlakte zou er geen gezonde balans zijn in de natuur en biodiversiteit, waardoor het natuur(toerisme) in het nauw kan komen.[1] De bezoeker zal dan als landdier een verhongerende wolf zien. Met als gevolg dat de wolf alleen maar meer overlast bezorgd.  

Het lastige van “natuur- en dierenorganisaties” is dat ze vaak namen of termen van de tegenpartij overnemen waardoor ze (doelbewust) mensen op het verkeerde been zetten. Zo heeft een anti-jacht organisatie, die zichzelf “De Faunabescherming” noemt of voorheen “Kritisch Faunabeheer”, bewust de woorden faunabeheer en -bescherming uit het jagersvocabulaire overgenomen. Vaak zijn mensen ook niet bewust dat een jager een dubbele rol speelt in het natuurbeleid. Dat zij oprichters zijn van organisaties als het Wereld Natuurfonds, het Stichting Behoud Natuur en Leefmilieu (SBNL), de Vereniging Natuurmonumenten en de padvinderij. Ook hebben jagers een imago hangen die, mede door films en boeken, niet klopt. Zo stellen de meeste jagers zich op als actieve natuurbeheerders die de juiste ogen en oren zijn in het natuur- en landbouwgebied om deze te beschermen en te behartigen. En ze zijn ook sterk verbonden met andere organisaties, particulieren en ordehandhaving. Veel jagers, die uren als toezichthouder actief zijn in het veld, zijn verbonden aan natuurorganisaties en werken dan samen met jachtopzichters om te voorkomen dat er in het veld gestroopt wordt. Alleen wordt hun positie binnen het beheer vaak door tegenstanders lastig gemaakt. De jager wordt als een moordzuchtig schietgraag persoon door hun opponenten weggeschoven, terwijl iemand die “Bambi” wil knuffelen meer schade doet. Met als gevolg dat deze acties leiden dat een jong afgestoten wordt, en door verhongering zal overlijden.[2] Een bijkomstigheid is, dat de auteur van Bambi, Siegmund Salzmann die onder zijn schrijversnaam “Felix Salten” bekend stond, zelf een fanatieke jager was en het boek als een verhaal onder het kopje “jachtliteratuur” uitgaf om het geromantiseerde beeld van de natuur te desoriënteren. De Disneystudio heeft, tot de auteur zijn spijt, Bambi een andere allure gegeven.

Biologen geven aan dat we als mens niet het meeste te vrezen heeft voor “de wolf”, maar voor de “half wolf.” Er zijn mensen die het leuk vinden om hun loopse teef, zoals een tam varken met een wilde keiler, te laten dekken door een wolf of verwilderde reuen dekken de roedel leidende wolvinnen. Gezien het feit dat de wolf en de hond tot dezelfde soort behoren kunnen ze vruchtbare nakomelingen krijgen. Deze “bastaarden” of “hybriden wolfshonden” zijn in de meeste gevallen door hun agressieve eigenschappen niet geschikt als huisdier. Hoewel de huidige gedominiceerde hond afstamt van de wolf of wolfachtige genen bezit, kunnen we vandaag niet veroorloven om het hele evolutieproces van de hond geheel opnieuw te doorlopen. Naast dat deze gevaarlijke nakomelingen een gevaar vormen voor onze landbouw, natuur en samenleving, is het ook verspilde energie om als particulier onnodige risico’s te nemen waarbij de hondenbranche alleen maar schade oploopt. Mede door de gevaarlijke gevolgen en effecten heeft Finland het fokken van wolfshonden verboden.

In gebieden waar de wolf terug is of in de gebieden waar populaties is toegenomen, is het bewust beheren van de populatie, door middel van jacht, heringevoerd. In Zweden hadden ze vorig jaar 75 wolven als maximale quotum en mogen de wolven buiten de nationale parken in de Verenigde Staten afgeschoten worden. Verder in Europa is de roep van mensen steeds harder te horen om hetzelfde beleid in Zweden of in het Verenigde Staten in te voeren. Maar als het aan organisaties ligt die nauw verbonden zijn met Partij voor de Dieren, is het afwachten wanneer dat zal worden ingevoerd. Ik vrees dat er dan pas massaal actie wordt genomen als de grote boze (half) wolf een kind uit de kinderwagen heeft gegrist… Als dat gaat gebeuren, wat te verwachten is, is het verhaal over “De wolf in Nederland” nog lang niet uit.

Kasper Paulsen


[1]“Ecologie” bij12.nl (bezocht op 1 mei 2024) https://www.bij12.nl/onderwerp/wolf/ecologie/#:~:text=Wolven%20hebben%20een%20groot%20leefgebied,beschikbare%20dagrustplaatsen%20en%20onderlinge%20concurrentie.

[2] Van kalf tot ree, Vereniging Het Ree, (bezocht op 1 mei 2024), https://hetree.nl/van-kalf-tot-ree/