Dichter des Vaderlands en Willem-Alexander der Nederlanden

Auteur: Mick Leeftink

Tussen alle nieuwsberichten over grote geopolitieke thema’s sneeuwde afgelopen week veel ander nieuws onder, zo ook het volgende bericht. “Ouderwetse Dichter des Vaderlands wordt Dichter der Nederlanden”, kopte NOS afgelopen dinsdag. Op het eerste oog een voetnoot in een week die werd gedomineerd door de diplomatieke crisis tussen Oekraïne en de Verenigde Staten en het aflopende bestand tussen Israël en Hamas. Echter legt dit bericht het probleem aan de oppervlakte van de grote afstand tussen de kunst- en cultuursector en de naar rechts geschoven maatschappij.

De titel ‘Dichter des Vaderlands’ wordt jaarlijks toegekend aan een individu die daarmee de rol van ambassadeur van het vakgebied op zich neemt. Zo is er ook een titel voor componist, stripmaker en fotograaf des Vaderlands. In gezamenlijkheid hebben deze titeldragers afgelopen week bekend gemaakt dat zij vanaf nu de titel ‘der Nederlanden’ gaan voeren. De toevoeging ‘des Vaderlands’ wordt in de ban gedaan vanwege “een gedeeld ongemak over een term die als gedateerd wordt ervaren”. Argumenten die worden gegeven zijn dat met de nieuwe term niet langer meer onderscheid wordt gemaakt tussen vaderland en moederland en dat er nu recht wordt gedaan aan de verschillende soorten Nederlanden, zoals “Europese Nederlanden en Caraïbische Nederlanden.”

De cultuursector toont hiermee aan mijlenver van de hedendaagse samenleving af te staan. Bij de Tweede Kamerverkiezingen eind 2023 is er een duidelijke ruk naar rechts geweest waarbij de PVV als grootste partij uit de bus is gekomen. De kiezer vraagt hiermee niet alleen om een oplossing voor de migratieproblematiek, maar is ook klaar met de woke-beweging. Een beweging die voornamelijk draagvlak vindt aan de linkerkant van het politieke spectrum. Waar het woke-gedachtegoed zich eerder richtte op grote gevoeligheden in de samenleving, denk aan de inmiddels grotendeels beslechte strijd tegen Zwarte Piet, zijn nu de kleinere ongemakken aan de beurt. Een term als ‘des Vaderlands’ klinkt weliswaar oubollig, maar heeft verder geen enkele historische gevoeligheid en verwijst bijvoorbeeld niet naar het koloniale verleden van Nederland. Er wordt puur afscheid van genomen om elke vorm van verondersteld ongemak te voorkomen en staat symbool voor het streven naar een wereld waarin niemand zich ook maar een beetje beledigd of zelfs ongemakkelijk te voelen.

Dat de cultuursector zo nadrukkelijk de focus legt op iets wat als een interne gelegenheid kan worden beschouwd laat zien dat de sector volledig naar binnen is gekeerd. Dat terwijl verwacht mag worden dat dichters, fotografen en stripmakers met hun werk bijdrages leveren aan het maatschappelijk debat, bijvoorbeeld door rakende nieuwsfoto’s en scherpe spotprenten. De vraag is in hoeverre de kunst- en cultuursector nog in staat is om de maatschappij een spiegel voor te houden. Het brede publiek heeft namelijk geen begrip voor telkens oplaaiende discussies rondom het ‘cancelen’ van allerlei futiliteiten in de samenleving, iets waar de ambassadeurs van de diverse kunstdisciplines niet bij stil lijken te staan. Daarom de oproep aan de sector: verleg de aandacht naar onderwerpen die de samenleving daadwerkelijk belangrijk vinden en laat het gebruik van de toevoeging ‘der Nederlanden’ over aan onze koning, Willem-Alexander der Nederlanden.