Bestuurlijke nivellering?

Een verdere analyse van het vorige artikel over de Provinciale verkiezingen


Heel begrijpelijk dat toute la journaille zich afgelopen dagen opwond over de implicaties van de BBB-
victorie voor senaat en coalitie. Ook De Jonge Liberaal voegde zich met het artikeltje van gisteren min
of meer in die traditie. Maar wij zouden de vele bestuurskundigen in onze achterban te kort doen als
we daarnaast niet even stil staan bij de bestuursrechtelijke kant van een en ander. Sterker, je vraagt
je af waarom andere media die invalshoek zo goed als onbesproken laten.


Nederland kent net als de meeste andere landen een bestuurlijke cascade, waarin Den Haag de
wetten maakt, die door de lagere overheden braaf worden nageleefd. In die zin, geen stikstofvuiltje
aan de lucht. Maar Nederland zou Nederland niet zijn als wij die heldere hiërarchie niet zouden
hebben gedemocratiseerd, of eigenlijk genivelleerd. Wij geloven nou eenmaal in breed gedeelde
verantwoordelijkheden, waarin niemand de echte eigenaar lijkt van een probleem. Zelfs
ingewikkelde vraagstukken als het stikstofprobleem liggen hierdoor niet slechts op het bordje van de
landelijke overheid, die daar in haar up ook al niet uitkomt overigens. Nee, wij hebben die
verantwoordelijkheden mede belegd bij lokale en in dit dossier vooral provinciale overheden. Want
gedeelde smart is halve smart niet waar? Bovendien, was de niet onlogische gedachte, dat je op die
manier het rijksdenken kon verrijken met het opgetelde intellect van provincies, gemeenten en
waterschappen. Ook iets voor te zeggen.


Maar die bestuurlijke nivellering gaat nu dus wringen. Vooral in het stikstofdossier, waarin veel
provincies meer empathie hebben voor “hun” boeren, dan voor de lijstjes- en jaartalfetisjisten aan
het verre Binnenhof. Het rijk kan, als het landsbelang dat vraagt, nog steeds machtswoorden spreken
en die verankeren in dwingende wetgeving natuurlijk. Maar daar lijkt dat rijk weinig trek in te
hebben. Dus beroepen ze zich op de broodnodige visie en stellingname van de provincies. Maar ja,
zoals we in het vorige artikel al memoreerden, lijken die provinciale besturen dichter bij de club van
Caroline te staan dan bij die van Mark. Hier dreigt een perfecte Catch 22, een recept voor stilstaand
water. En we weten hoe dat gaat ruiken.


Daarmee staat bestuurlijk Nederland aan de vooravond van een interessant bestuurlijk vraagstuk.
Legt het kabinet alsnog een heldere stikstofroute op tafel (waarvan tot heden weinig sprake lijkt) en
loodst deze door het parlement als afdwingbare wetgeving? Of houdt het kabinet vast aan het
democratische poldermodel en deelt deze hete aardappel goedmoedig met de provincies?


Op het eerste gezicht zou je zeggen dat het eerste scenario het gewenste is: niet zeuren, maar
doorpakken en afdwingen. Maar tegelijkertijd weten wij dat dwingende wetgeving in
maatschappelijk gevoelige dossiers, doorgaans niet lekker uitpakt. Daar weet Emanuel Macron nu
weer alles van. Maar wellicht ziet slangenmens Rutte juist hier de enige escape uit het politieke
doolhof: volle ruimte aan de provinciebesturen, die daarmee een politieke hekgolf creëren waar
CDA, VVD en waarschijnlijk ook CU heimelijk het meest naar verlangen. Om dan vanaf de kant toe te
kijken of en hoe de D66-bloedgroep in het kabinet in deze golf het hoofd boven water houdt. Het
blijft allemaal reuzespannend. Zowel politiek als bestuurlijk.

Jesse Jacobs

Hoofdredacteur DeJongeLiberaal 2023